EU
trale Bank nader omschreven werkzaamheden en
handelingen op de voorhand goedkeuring ver
leend. Vragen om goedkeuring is in deze gevallen
niet meer nodig.
Hiermee heeft de Centrale Bank een belofte in
gelost, die bij de voorbereiding van de statuten
wijziging is gedaan. Statutaire regels, ook regels
van goedkeuring, zijn binnen één en dezelfde or
ganisatie noodzakelijk.
Dit zal niemand bestrijden. Soepele toepassing,
waar mogelijk, zal echter iedereen voorstaan.
Daarom is de verleende algemene goedkeuring
een goed voorbeeld nu de nieuwe statuten de
toets van de praktijk zullen ondergaan,
DE BETAALCHEQUE GEÏNTERNATIONALISEERD
Sinds enige tijd is de betaalcheque een uit de
bankpraktijk niet meer weg te denken waarde
papier. Met ingang van 1 mei 1969 is dat ook op
Europees niveau het geval.
Vele landen hebben in de laatste jaren een
systeem opgebouwd van „gegarandeerde che
ques". Door internationaal overleg zijn deze thans
van nationale cheques geworden tot EURO
CHEQUES. Binnen Europa dus nog steeds vele
landen en vele muntsoorten, „chequegarantiekaar-
ten" en cheques van velerlei pluimage, maar één
gemeenschappelijke eigenschap: de cheques zijn
bij alle deelnemende Europese banken betaalbaar.
Deze nieuwe service wordt ook door de Raiffeisen-
banken verleend.
Mits aangeboden samen met een „chequegaran-
tiekaart" (betaalpas, bankkaart, carte de banque,
carte-chèque, Scheckkarte) zal de cliënt bij dui
zenden grote en kleine banken in Europa terecht
kunnen.
Naast de reeds bestaande mogelijkheden zal de
EUROCHEQUE een eigen plaats gaan innemen bij
de voorziening met reismiddelen: men kan zonder
moeite in grote delen van Europa over zijn bank
tegoed beschikken! Dit zal mogelijk zijn bij banken,
die herkenbaar zijn aan het „Eurocheque-vignet".
Overigens is de Duitse „Scheckkarte" voor vele
bankfunctionarissen niet nieuw meer. Vooruit
lopend op de regeling werden reeds tal van
cheques van onze oosterburen betaald, omdat de
vertrouwenwekkende „chequegarantiekaart" werd
getoond.
A. VAN DER ZWAARD
Op 15 april 1969 is de heer A. van der
Zwaard, lid van de Raad van Toezicht van
de Centrale Bank, ons, tengevolge van een
auto-ongeval, ontvallen.
Sinds zijn benoeming op 22 mei 1962 tot
lid van de Raad van Toezicht, hebben wij de
heer Van der Zwaard leren kennen als een
man, die zijn maatschappelijke belangstel
ling op een breed terrein tot gelding bracht
en die bereid was de persoonlijke offers, die
grote maatschappelijke activiteit vraagt, met
opgewektheid te brengen.
Als lid van het bestuur en sinds 1955 als
voorzitter van de Tuinbouwbank Aalsmeer en
als voorzitter van de Ring Amsterdam van
Raiffeisenbanken, had de heer Van der
Zwaard de kennis en ervaring verworven, die
hem tot een waardevol lid van de Raad van
Toezicht van de Centrale Bank maakte.
Wij zullen zijn stimulerende aanwezigheid
in de raad ten zeerste missen en wij zullen
zijn vriendschap als een goede herinnering
bewaren.
209