banknoten
schrijft hij zijn bevindingen op een lijst en blikt
dan voorzichtig in het houten postbakje.
Ik geef het toe, vijf dollar is niet veel en bij
inwisseling is er nauwelijks aan de bankkosten te
verdienen.
De kassier legt desondanks toch enige Neder
landse valuta in het bakje, doet er de omslag van
het gekleurde briefje bij en bergt de dollars op.
Vervolgens buigt hij zich weer over een nieuwe
stapel bankbiljetten, dit keer van vijfentwintig
gulden.
„Meneer", probeer ik de aandacht van de mij
serviceverlenende bankbediende te trekken. Nie
mand kijkt mijn richting op. „Meneer", roep ik iets
duidelijker. Het werkt.
Wederom kijken mij acht gezichten aan, bezien
dan elkaar en zeven buigen zich dan weer over het
werk. „Ik kom zo bij u", roept de achtste.
Na enige tijd staat hij op, wandelt naar de kas
sier en brengt me het geld, dat hij keurig voor me
uittelt. „Zou het zo gaan", vraagt hij vriendelijk.
Als ik buiten sta zijn er twee-en-twintig minuten
voorbij.
Het is of ik de film De Vijf Dollar weer voor me
zie. Krek hetzelfde gespeeld, alleen door andere
acteurs. Enfin, als er dan tenslotte nog naar Den
Haag gebeld is om alles even te verifiëren krijgt
hij zijn geld.
druk?
Met een collega rijd ik door de stad. „Even naar
de bank, tweehonderd gulden van mijn rekening
opnemen", zegt hij en ik wacht buiten. Een half
uur en vijf minuten, op de kop. „Was het zo druk",
wilde ik weten. „Welnee man, ik was meteen aan
de beurt, maar eerst duurt het een eeuwigheid
voor er iemand bij je komt, en dan moet er weer
naar een hoofdkantoor getelefoneerd worden om
na te gaan of je inderdaad nog geld tegoed hebt".
„pardon"
Ik zal het wel fout getroffen hebben. Er zullen
wel tienduizend banken zijn waar je geweldige
service krijgt en waar iedereen direct klaar staat,
want de banken zijn gek op „het salaris via de
bank", anders gaven ze daar niet oneindig veel
informatiefolders over uit.
Maar als ik voor zo'n balie sta, dan heb ik altijd
iets van een schuldig gevoel over me. En dan trek
ik al een gezicht van: „Pardon, dat ik u even stoor,
maar ik wilde graag mijn eigen vijftig gulden heb
ben, als het niet te lastig is."
Dat is vast de bedoeling van die banken niet. Maar
toch
WAT DOEN WE MET DE PERS?
Deze vraag wordt vaak gesteld als gesproken
wordt over de opening van een nieuw bankgebouw.
Eerlijk gezegd klinkt de vraag weinig elegant ten
opzichte van de pers. Wat doen we ermee? Zo
wordt het dan ook niet bedoeld. Met de vraag
wordt in feite bedoeld: welke faciliteiten moet men
aan persvertegenwoordigers verlenen?
Laten we voorop stellen dat journalisten of cor
respondenten van regionale bladen de openings
plechtigheid beroepshalve bijwonen en dat daarom
de faciliteiten welke worden verleend erop gericht
dienen te zijn de persvertegenwoordigers in staat
te stellen hun taak zo goed mogelijk te vervullen.
Het rijkelijk laten vloeien van de sherry heeft dan
ook niets te maken met de hier bedoelde facili
teiten.
ontvangst van de pers
Een aardige geste is altijd de pers enkele dagen
voor de officiële opening uit te nodigen een kijkje
226