Ut zorgdheid. Dr. Mansholt sprak tijdens de laatste Raadszitting over een mogelijke crisis in de Ge meenschap. In elk geval is er op het ogenblik be paald geen klimaat waarin vruchtbare besprekin gen over diepgaande kwesties als het structuur memorandum van dr. Mansholt kunnen worden gevoerd. Minister Lardinois is dan ook niet be zweken voor de aandrang, die in de Tweede Kamer op hem werd uitgeoefend om al op korte termijn een standpunt over het plan-Mansholt bekend te maken. Hij beloofde de Kamer om in september een nota in te dienen, tegelijk met de Landbouw begroting voor 1970. Zodoende kon er nog geen fundamentele discussie tussen de minister en de Kamer ontstaan over de denkbeelden die in het structuurmemorandum van de Europese Commis sie zijn neergelegd. WETENSCHAP Intussen begint er toch wel enige tekening te komen in de discussie, die in agrarische kringen over het memorandum wordt gevoerd. Bij deze discussies gebruiken de landbouworganisaties een discussienota van het Landbouwschap, die in de openbare vergadering van het schap van 5 maart werd besproken. Ook hebben zich inmiddels en kele vooraanstaande wetenschapsmensen over het memorandum uitgesproken, o.m. LEI-directeur dr. A. Maris in Economisch-Statistische Berichten van 5 en 12 maart. De algemene teneur is sterk kri tisch. De heer Maris betoogt, dat de door de Com missie veronderstelde samenhang tussen produk- tiestructuur en marktmechanisme niet realistisch is. Dit hebben wij ook in ons vorige commentaar ge steld, waarbij wij ook lieten blijken wèl perspectief te zien in een vermindering van de oppervlakte landbouwgrond. Dr. Maris ziet een dergelijke maatregel blijkbaar als zó moeilijk uitvoerbaar, dat hij er weinig woorden aan besteedt. Hij volstaat met op te merken, dat het een kostbare maatregel is, waaraan hij de vraag verbindt: hoe moet het gebeuren, waar ligt deze grond? Dit zijn belang rijke vragen, maar wij vinden het jammer dat de heer Maris niet nader is ingegaan op de veel fun damentelere vraag in hoeverre beperking van het areaal cultuurgrond kan bijdragen tot herstel van het marktevenwicht. Wij zien hierin namelijk nog steeds één van de weinige mogelijkheden om zon der prijsverlaging en dergelijke paardemiddelen tot een kleinere landbouwproduktie te komen. Naar onze mening is het mogelijk om grond uit de produktie te nemen zonder in de moeilijkheden te vervallen, die de Amerikaanse regering destijds had met het ,,soil bank" programma. Bij dit pro gramma was het mogelijk om van een bedrijf van b.v. 120 ha 20 of 30 ha met subsidie van de soil bank braak te laten liggen. De boer incasseerde de subsidie en besteedde zijn vrijgekomen tijd door het resterende deel van zijn bedrijf intensie ver te bewerken, zodat de totale produktie-omvang niet of nauwelijks afnam. Het EEG-programma zou uitsluitend gericht moeten zijn op het uit produktie nemen van hele bedrijven, waarvan de grond voor goed een andere bestemming zou moeten krijgen. Afgezien van het agrarisch marktevenwicht zouden hieraan in het dichtbevolkte West-Europa ook tal van planologische voordelen verbonden zijn. AFZETSTRUCTUUR Zoals bekend wil het memorandum niet alleen de produktie- maar ook de afzetstructuur moderni seren. Hiertoe zouden producentengroeperingen en Europese beroepsorganisaties in het leven moe ten worden geroepen. De gedachtengang van de heer Mansholt is, dat op deze manier de landbouw geleidelijk meer verantwoordelijkheid zou kunnen dragen voor de afzet van de produkten. Commen taar hierop van dr. Maris: Voor de overheid een niet onaantrekkelijke gedachte, maar voor het be drijfsleven een weinig benijdenswaardige taak. Is dit goed gezien? Vanzelfsprekend zou het niet eenvoudig zijn om als bedrijfsleven een deel van een langzamerhand traditionele overheidstaak over te nemen. Maar in wezen is de huidige toestand niet natuurlijk. We moeten het dan ook toejuichen als de overheid het bedrijfsleven de middelen zou willen verschaffen om op eigen benen te kunnen staan. DIAGNOSE EN THERAPIE Ook in andere commentaren treft het ons, dat men het vrijwel unaniem eens is met de diagnose 163

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 9