WAT ANDERE BANKEN EN ORGANISATIES
SCHRIJVEN
De Belgische Centrale Kas is sedert enkele
jaren nauwer betrokken bij de woningfinanciering.
Begin 1967 werd ook op de Centrale Kas een be
roep gedaan om onder staatsgarantie kredieten
voor sociale woningbouw te verstrekken, aldus
Raiffeisen-Echo van januari jl. Een probleem was
echter dat de koopprijzen van de woningen aan
een maximum gebonden waren. Om nu ook mid
delgrote woningen te kunnen financieren heeft de
Centrale Kas speciale faciliteiten in het leven ge
roepen waarbij de financiering in de meeste ge
vallen tot 100% van de bouwkosten of 90% van
de koopprijs mogelijk is onder staatsgarantie.
Hetzelfde blad spreekt over studiedagen voor
kassiers. „Het tempo van nieuwigheden, dat we
einde 1968 hebben gekend, is door vele kassiers
niet gevolgd" aldus het blad. Meerdere kassiers
hebben allerlei onderrichtingen niet tijdig kunnen
verwerken, denken we maar aan de nieuwe giro
orders, de inning van cheques, postassignaties,
mechanisatie van onderhandse kredieten enz."
Gezien deze ontwikkeling heeft men besloten
per provincie een viertal studiedagen voor kas
siers te houden.
In de Schweizer Raiffeisenbote van 15 januari jl.
wordt uitvoerig aandacht besteed aan het begrip
public relations. Schrijver stelt vast dat de Zwit
serse Raiffeisenbanken goed verankerde instel
lingen zijn die alle moeilijkheden, met name die
van de crisisjaren goed hebben doorstaan. Zij zijn
aan de moeilijkheden ontkomen en niets kan hun
verdere ontwikkeling tegenhouden. Men kan zich
daarom afvragen waarvoor reclame, waarvoor pro
paganda? Bovendien mogen de Zwitserse Raif
feisenbanken zich niet met zogenaamde lucratieve
zaken bezighouden, welke een „verleidelijke pro
paganda" zouden rechtvaardigen.
De statuten van de banken laten dan ook weinig
speelruimte voor commerciële verbindingen. Public
relations bedrijven lijkt in dit verband een nutte
loze zaak voor Raiffeisenbanken. Wie dit echter
als zakenman zou denken mist de aansluiting, al
dus de schrijver. Wie als Raiffeisenbankfunctio-
naris niet verder denkt, staat echter ook een
gezonde ontwikkeling van zijn bank in de weg.
Ook al heeft de bank een voorspoedige ontwikke
ling doorgemaakt, rekening moet worden gehou
den met de ontwikkeling in het bankwezen waarin
zich ook in Zwitserland een sterke concentratie
voordoet. Temidden van deze ingrijpende verande
ringen zullen de plaatselijke banken zich alleen
kunnen handhaven als zij als coöperaties de mens
in het middelpunt van het handelen en streven
blijven stellen. Het recht op inspraak in de echte
coöperaties en de vrijwillige medewerking van de
leden vertegenwoordigen waarden die niet in geld
zijn uit te drukken. Het zou echter zeer ondank
baar zijn de trouw van de leden aan de coöperatie
niet van tijd tot tijd met geschenken te belonen.
Omdat het leven van alledag nogal rationeel en
zakelijk van aard is, stelt ieder mens het op prijs
een persoonlijke behandeling te ontvangen en dit
geldt in het bijzonder voor bankrelaties aldus
„De Boerenleenbank" van februari 1969. Sterker
nog, juist in deze tijd, nu steeds meer mensen aan
de loketten verschijnen met een bescheiden be
grip en kennis van bankzaken, is het van groot
belang, stil te staan bij datgene wat een zo ideaal
mogelijk contact tussen cliënt en balie-employé's
195