KORTE OITIEG
EX-NOTERING EN VERHANDELING VAN AAN
DELEN
Voor de aandelenbezitter is het belangrijk te
weten wanneer het dividendbewijs betaalbaar
wordt gesteld. Dit vormt voor hem de belang
rijkste datum. Voor de handel in aandelen daaren
tegen is de datum waarop een aandeel ex divi
dend, bonus of claim wordt verhandeld, van het
grootste belang.
Daar de betekenis van laatstgenoemde datum
bij vele aandelenbezitters niet duidelijk is, geeft
dit vaak aanleiding tot onnodige moeilijkheden.
Aandelen worden ter beurze ,,ex dividend" ver
handeld onmiddellijk nadat het dividend is vast
gesteld, dus direct na de vergadering van aan
deelhouders. De datum van betaalbaarstelling
volgt enkele dagen, maar in sommige gevallen
zelfs enkele weken, op de datum van ex-notering.
Hiervoor gelden geen vaste regels. In deze tijd
ruimte kan de aandeelhouder evenwel geen af
rekening van zijn dividendbewijs eisen. Hij zal
moeten wachten tot het dividend officieel betaal
baar wordt gesteld. Gaat de houder van aandelen
in deze tussentijd over tot verkoop van zijn stuk
ken, dan blijft de verkoper rechthebben op het
dividend. Daar staat tegenover dat de koper in
deze periode buiten de belasting blijft. Ten aanzien
van het recht op dividenduitkering geldt dus de
ex-datum, niet de datum van betaalbaarstelling.
Vanaf de datum van ex-notering vormt het divi
dendbewijs waarop het aangekondigde dividend
uitgekeerd zal worden, geen deel meer van het
aandeel. Het stuk wordt dan geleverd zonder dat
dividendbewijs. Dit geldt eveneens voor de claim
en de bonus, welke dan van het stuk zijn geschei
den en elk een eigen waarde hebben.
De koers van het aandeel zal theoretisch op de
dag van verhandeling ,,ex dividend" moeten dalen
overeenkomstig de waarde van het dividend, het
geen ook voor de notering ex-claim en ex-bonus
geldt.
Daalt de koers beneden deze theoretische koers,
dan is er sprake van een echte koersdaling. In het
omgekeerde geval spreekt men van een reële
koerswinst.
Wat de noteringswijze in het algemeen betreft,
valt er weinig uniformiteit te bespeuren. De meeste
Nederlandse fondsen worden nog in procenten
van de nominale waarde genoteerd.
Ten gevolge van de internationalisering en po
pularisering van het effectenbedrijf zijn vele be
drijven overgegaan tot notering in eensgevend
geld, dat wil zeggen dat deze notering het bedrag
in guldens aangeeft dat men per aandeel dient te
betalen.
Deze wijze van notering treffen we met name
aan bij al onze internationale waarden. De note
ring vindt dan plaats in guldens per aandeel van
nominaal 20,of 25,
Ook in de Nederlandse lokale sector won de
notering in eensgevend geld terrein. Ruim 25
fondsen noteren reeds op deze wijze. Verder treft
men deze noteringswijze aan bij de beleggings
fondsen (per 50,nominaal) en bij enkele ver
zekeringsaandelen. Bovendien komt het voor dat
een aandeel in procenten staat genoteerd, maar
wordt verhandeld in coupures van 25,nomi
naal. Deze overgangsvorm treffen we aan bij
Scholten-Carton en Lijempf. De bedoeling hiervan
is te zijner tijd tot notering in eensgevend geld te
kunnen overgaan.
187