I I I m 1 1 m m H m financfeel overzicht op de dreigende overbesteding in 1970. Door deze maatregelen zal een verlies aan investeringen ont staan en daardoor een minder sterke stijging van de produktiecapaciteit. De uitbreiding van de li quiditeitenmassa zal echter ca. 1,5 miljard gulden achterblijven bij een liquiditeitenvoorziening die evenredig zou zijn aan de groei van het nationale inkomen. Dit als gevolg van de herinvoering van het kredietrestrictiebeleid en de geringe bijdrage van de overheid tot de liquiditeitsvoorziening. Het buitenlands betalingsverkeer zal al evenmin tot de liquiditeitscreatie bijdragen. Het Centraal Economisch Plan 1969 verwacht voor de landbouw en visserij in het komende jaar een toeneming van de bruto-produktie met 3 en van de netto-produktie met bijna 2,5 Onder normale weersomstandigheden betekent dit een iets gunstiger ontwikkeling dan in 1968. De stijging van de totale uitvoer van land- en tuinbouwprodukten wordt voor 1969 gesteld op 3% tegen 9% in 1968. Het prijsniveau van de totale landbouwproduktie heeft zich in 1968 met een stijging van 1 vrijwel tot het peil van 1966 hersteld. Tegenover duide lijke lagere prijzen voor aardappelen, uien en fruit stonden prijsstijgingen voor de veehouderijpro- dukten en voor groenten. De loonstijging in de landbouw bedroeg in 1968 6y2 terwijl voor 1969 een stijging van 9% wordt verwacht. GELDMARKT De geldmarkt heeft in de maand maart, evenals in de voorgaande maanden, een vrijwel onveran derd krap beeld te zien gegeven. Wel ging de Nederlandsche Bank op 7 en 10 maart over tot aankoop van U.S.dollars. Doel hiervan was echter niet in de eerste plaats de geldmarkt te hulp te komen, doch het betrof hier kennelijk steunver lening aan de Franse franc via dollaraankopen. De circulatiebanken van tien westerse landen, w.o. Nederland, de z.g. Groep van Tien, zijn namelijk overeengekomen dat, indien de geldeenheid van een dezer landen bedreigd wordt, de andere part ners die valuta zullen steunen. De Nederlandsche Bank kon voor ongeveer 130 miljoen dollar kopen, welk bedrag de geldmarkt ten goede kwam. Op 12 maart verkocht de bank echter weer dollars tu j 19|! W7X Y//A vm -JU. V// 1 9 6 8 p 19 6 7 VV 19 6 6 19 6 1 £23EZa XZZ7A Saldo lopende rekening van de betalingsbalans (in mld ü>j. Overgenomen uit Centraal Economisch Plan 1969. tot een bedrag van 95 miljoen. De verruiming van de geldmarkt bedroeg door deze transacties per saldo dus slechts 35 miljoen. Op de 17e was op de weekstaat van de Neder landsche Bank het saldo voorschotten ongeveer gelijk aan het tegoed van de banken, dat wil zeg gen er was nagenoeg evenwicht in de markt. Dit evenwicht duurde echter slechts één dag, aange zien op de 18e 350 miljoen gestort moest wor den op de 7% Staatslening 1969. De Staat had dit bedrag dringend nodig, hetgeen bleek uit het 184

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 30