jaren 1964 t/m 1968. Dit werd vooral veroorzaakt door de toename van de verstrekte voorschotten aan natuurlijke personen. januari t/m februari De toevertrouwde middelen zijn in januari en februari met 162,7 miljoen toegenomen. Deze groei ligt 211 boven de gemiddelde toename in j dezelfde periode uit de jaren 1964 t/m 1968. Het niveau van de uitzettingen steeg met 20 In de jaren 1964 t/m 1968 overtrof in januari en februari de toename van de uitzettingen die van de toevertrouwde middelen gemiddeld met 23,6 miljoen. Dit jaar zien we het omgekeerde beeld. De toevertrouwde middelen namen met 162,7 miljoen toe en de uitzettingen met 90,9 miljoen. SPAARRESULTATEN BIJ DE VERSCHILLENDE TRADITIONELE SPAARINSTELLINGEN Met uitzondering van de R.P.S. werden in fe bruari bij de traditionele spaarinstellingen aanzien lijke betere spaarresultaten behaald dan vorig jaar. Hiervoor zijn twee mogelijke oorzaken aan te geven. Allereerst de bestedingsgolf aan het einde van vorig jaar en op de tweede plaats de aanhou dende koude. Deze twee factoren hebben geleid tot verminderde voorjaarsinkopen, zowel bij de consumptiehuishoudingen als bij de agrarische bedrijven. VOORLOPIGE SPAARCIJFERS MAART De voorlopige spaargegevens voor maart wijzen erop dat wat hierboven werd opgemerkt voor februari ook in maart zijn invloed heeft doen gel den. OVERZICHT CENTRAAL ECONOMISCH PLAN 1969 Het Centraal Planbureau heeft evenals andere jaren weer haar verwachtingen ten aanzien van de ontwikkeling van de Nederlandse economie vast gelegd in het onlangs verschenen „Centraal Eco nomisch Plan 1969". Hierin komt 1968 als een jaar naar voren waarin de nationale economie in een hoog tempo het sta dium heeft weten te benaderen van volledige bezetting van de produktiecapaciteit. Dit werd mo gelijk door een snel herstel van de buitenlandse vraag, met name van onze Oosterburen, door de actieve werkgelegenheidspolitiek van de regering in de probleemgebieden en door de bedrijfsinves teringen welke zich op een hoog niveau hand haafden. De produktie en de produktiviteit maakten een versterkte groei door. De concurrentiepositie ten opzichte van het buitenland kon worden verbeterd door de matiging van de loon- en prijsspiraal. Het conjuncturele herstel ging evenwel niet gepaard met een voldoende verbetering van de positie op de betalingsbalans. Voor 1969 verwacht het Cen traal Planbureau een aanzienlijke stijging van de wereldhandel, waarbij het klimaat weliswaar wat labiel zal zijn. Dit bemoeilijkt uiteraard het geven van een prognose voor de externe ontwikkeling. In het binnenland trekt de versterking van de loon- en prijsstijging mede onder invloed van de toenemende spanning op de arbeidsmarkt en autonome prijsverhogingen de meeste aandacht. De verbetering van onze concurrentiepositie, welke in het afgelopen jaar werd gerealiseerd, zal hier door weer gemakkelijk teniet kunnen worden ge daan. Dit zal weer een ongunstige invloed kunnen hebben op de betalingsbalanspositie. Volgens het Centraal Planbureau zou de huidige ontwikkeling 182

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 28