verhinderen, dat per saldo een nadelig exploitatie
saldo resulteerde van f 96.060.
Gezien het belang van het handhaven van vol
doende reserves is daarom besloten de tekorten
in de afdelingen A en B om te slaan over de leden,
waarbij overeenkomstig het reglement de Centrale
Bank éénvijfde deel van het verlies voor haar re
kening neemt. Dit is voor het eerst in het bestaan
van het RGF dat voor de afdelingen A en B een
omslag plaatsvindt! Maar het RGF is dan ook een
onderlinge, welke de omslagmogelijkheid niet voor
niets geschapen heeft.
Overigens herinneren wij er aan, dat voor afde
ling A met ingang van 1969 een premie zal worden
geheven. Daardoor zal het heffen van een omslag
meer op de achtergrond komen te liggen, al blijft
natuurlijk de omslagmogelijkheid behouden.
In dit verband lijkt het ook goed, er op te wijzen,
dat het RGF niet zo maar een fondsje is, maar een
echte onderlinge verzekeringsmaatschappij, welke
ingevolge de wet op het Toezicht Schadeverzeke
ringsbedrijf onder het toezicht van de Verzeke
ringskamer is geplaatst. Verleden jaar heeft men
dat reeds kunnen merken aan de voor de Verzeke
ringskamer bestemde staten, welke in het jaarver
slag waren opgenomen.
AAN HET DOEL BEANTWOORD
En tóch, ondanks de minder goede cijfermatige
uitkomsten, zouden wij ook kunnen zeggen, dat
1968 voor het RGF in de grond van de zaak een
goed jaar was, want de hoge uitkeringen van af
deling A en niet minder die van afdeling B hebben
heel duidelijk de positieve werking van het RGF
onderstreept. De totale schade van afdeling A be
droeg 309.182 (vorig jaar nihil!), waarmee 13
banken werden geholpen. Voor afdeling B bedroeg
de totale schade 212.931 (vorig jaar nihil!) ver
deeld over drie banken welke door een „calami
teit" getroffen zijn. Hieruit blijkt wel, dat het RGF
in 1968 dank zij zijn schadeuitkeringen, veel goeds
heeft kunnen verrichten.
Door dat vele banken te zamen onderling de
schade dragen, is de last van de enkele bank
maar zeer gering, en kan een getroffen bank daad
werkelijk geholpen worden.
Afdeling C, de kredietverzekeraar onder de af
delingen, blijft een zeer krachtige ontwikkeling
doormaken. Het verzekerde bedrag steeg van
69,8 miljoen tot 101 miljoen, verdeeld over
12.850 posten! Zeer belangrijk is, dat dank zij deze
grote getallen een brede spreiding van de risico's
is verkregen. Dit geldt niet alleen de grootte van
de posten er schuilen 5500 persoonlijke lenin
gen onder met een betrekkelijk klein bedrag en
tal van grotere posten maar ook de looptijd, de
verdeling over diverse agrarische en niet-agra-
rische bedrijven en vooral ook soorten van zeker
heden, welke voor die posten verbonden zijn.
Al is het schadebedrag van afdeling C met
28.105 bescheiden gebleven t.o.v. het premie
inkomen ad 491.500, tóch mag niet worden ver
geten, dat kredietverzekering voor een belangrijk
deel betekent verzekering van het conjunctuur
risico. Wij willen de toekomst beslist niet met een
pessimistische blik bezien, maar er zijn tekenen,
welke er op wijzen, dat het schadeverloop voor
afdeling C wel eens belangrijk ongunstiger zou
kunnen worden dan het in de afgelopen jaren is
geweest. In ieder geval is de ervaring, welke sinds
mei 1965 is opgedaan, nog tekort om nu reeds
voor de naaste toekomst dezelfde gunstige resul
taten te voorspellen. Een premieverlaging voor de
gehele linie zou thans niet verantwoord zijn. Wel
ligt het in het voornemen, de premiestelling nog
meer dan tot nu toe, in de praktijk te gaan differen
tiëren, opdat voor ieder geval zo goed mogelijk de
passende premie gekozen kan worden.
Daarnaast zal de ontwikkeling scherp in het oog
gehouden worden en hopelijk kan, indien het
schadeverloop tegen de huidige verwachting in,
gunstig blijft, in de komende jaren enige premie
verlaging volgen.
Dank zij de recente wijziging van de situatie zal
voortaan ook voor afdeling C, evenals voor de
andere afdelingen, de mogelijkheid bestaan over
schotten aan de banken te restitueren door boe
king op de premierestitutierekening. Na verloop
van vijf jaar zullen de aldus gestorte bedragen
door de banken opeisbaar zijn, zulks tenzij en
hier komt het onderlinge karakter van het RGF
weer naar voren de omslag met deze bedragen
is verrekend.
Onze conclusie moge zijn, dat het RGF een
werkzaam jaar achter de rug heeft en ook in de
toekomst een belangrijke taak zal hebben.
175