STREEKPLAN N.W. OVERIJSSEL Moord oost - polder mm te b "vollenhoye O BANT EMMÊUXftp KEMPEN OOSTELIJK FLEVOLANP S.OINEN a>lDWOLD£ KOTTEN KUINR.E SltsEN\N(JK &~HE£r%WOLDE Cjl£iH WA NNEfiEK* -zvtEQXsluis CjEN^TIUIDEPJ HASSELT STAPHORT ROOVEEN N/EU WLEUSESJ OMMEN Het streekplangebied N.W.-Overijssel omvat drie verschillende deelgebieden nl. de zogenaamde kop van Overijssel (oude land), de Noordoostpolder (nieuwe land) en het voormalige eiland Urk. Het streekplan N.W.-Overijssel omvat een gebied van 1 84.000 ha met per 31 december 1966 78.000 in woners (kop van Overijssel 33.000 ha en 39.000 inwoners, Noordoostpolder 50.000 ha en 31.000 inwoners, Urk 600 ha en ±7.000 in woners). Evenals vrijwel alle verkeersgeograflsch ongun stig gelegen gebieden is N.W. Overijssel een dun bevolkt agrarisch gebied. De toeneming van de bevolking op het oude land is gering. Sinds de kolonisatie van de Noordoostpolder is voltooid 1960) is ook daar de bevolkingsgroei sterk verminderd. Op het oude land is vanouds de nijverheid ge accentueerd geweest in Steenwijk en aan de rand van het gebied in Meppel; in geringere mate in Zwartsluis. In Vollenhove speelde de zuiderzee visserij een rol, in Zwartsluis, Blokzijl en Kuinre de scheepvaart. In het noorden op de hoge gron den bevinden zich de bossen en de agrarische bedrijven. Urk als eiland gelegen in de Zuiderzee was een bolwerk van de zuiderzeevisserij. Tussen de kuststrook en de hoge gronden lag een uitge strekt gebied van kraggen en water met geïsoleerd gelegen kleine woonkernen waar de bewoners leefden van hetgeen de natuur bood: turfgraverij, visserij, rietsnijden en veehouderij vormden er vanouds de middelen van bestaan. Naarmate in de Noordoostpolder de kolonisatie ten einde liep, stabiliseerde zich ook daar de 170

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 16