genoemde verzekeringen sprake was, was
slechts voorzien in een uitkering van beperkte
duur;
Van de mogelijkheid om zich voor een lang
durige invaliditeitsuitkering te verzekeren (tot
60 of 65 jaar) had slechts 23% gebruik ge
maakt;
De gemiddelde daggelduitkering (voorzover dus
aanwezig) bleek slechts 15,90 te zijn;
Wanneer wordt uitgegaan van de publikatie
van K.N.B.T.B. van 1968 Gezinsrisico en Be
staanszekerheid", waarin naar voren komt dat
uitgegaan moet worden van 11.000,als
kosten voor een vervangende arbeidskracht,
blijkt niet meer dan 4 van de boeren en
tuinders gesloten ongevallenverzekeringen aan
deze norm te voldoen;
Slechts 58 van de ondernemers bleek in
enigerlei vorm een levensverzekering te hebben
gesloten, nog daargelaten wanneer zo'n ver
zekering wel voorhanden is of het verzekerd
bedrag voldoende mag worden geacht;
De gemiddelde hoogte van het verzekerde ka
pitaal bij overlijden bleek 16.000,te zijn.
Een van de gevolgtrekkingen van de schrijver
uit de gehouden enquête is, dat de inwerkingtre
ding van een wettelijke verzekering tegen invalidi
teit in de zin van langdurend arbeidsongeschikt
heidsrisico bepleit dient te worden.
Wij zouden, in afwachting van de inwerkingtre
ding van een dergelijke wet (zo die er op korte
termijn zou komen, hetgeen nog niet te verwachten
is) ten sterkste willen bepleiten, dat de banken
van onze organisatie, die in verzekeringen bemid
delen, grote aandacht besteden aan de belangen
van de agrarische bedrijfshoofden en hun de weg
wijzen in de mogelijkheden die er ongetwijfeld
voorhanden zijn om een passende dekking te ver
krijgen.
Wij willen daarbij tevens opmerken, dat ook
wanneer er een wettelijke regeling tot stand zou
worden gebracht er tóch slechts van een bodem
verzekering kan worden gesproken, waarnaast een
particuliere verzekering zeker nodig zal blijven.
Men zie naar het reeds bestaande A.O.W.-pen-
sioen.
Wij hebben hierboven slechts enkele saillante
punten genoemd uit het boek van de heer Vaan
drager, die ons echter voldoende stof tot over
denken geven.
Wij zouden ons b.v. nog de vraag kunnen stellen
of de verzekeringssituatie buiten de agrarische
sfeer b.v. bij de middenstand, veel rooskleuriger
zal zijn!
169