GESPREK MET ONS BESIUORSUO H.WIND Aan de reeks jaartallen, vermeld in het hierbij opgenomen kadertje %al straks het jaartal 1969 moeten worden toegevoegd. De peer Wind, die op 8 mei aanstaande de 70jarige leeftijd hoopt te bereiken, is voornemens op de komende Algemene Vergadering van de Centrale Bank af te treden als bestuurslid. De redactie is de heer Wind dankbaar, dat hij met haar het hier weergegeven gesprek heeft willen voeren. MEER DAN 30 JAAR EEN FUNCTIE IN ONZE ORGANISATIE De heer Wind zal op niemand de indruk van een grijsaard maken. Zijn forse, breedgeschouderde rechte gestalte en vooral ook zijn oogopslag, rustig, maar met af en toe een twinkeling, doen je ver geten, dat je met een bijna 70-jarige praat. Evenwel, de feiten van die 70 jaar liggen er en die geven de redactie, gedachtig aan de recente discussie over het invoeren van een leeftijdsgrens in de nieuwe statuten, een mooi aanknopingspunt om het ge sprek te beginnen. Immers de beroemde motie Joure heeft bij de discussies weer heel wat tongen losgemaakt. Wij (de redactie) vragen de heer Wind naar zijn herinneringen aan de indiening van de motie Joure. Die motie Joure (kort gezegd: niet herkiesbaar na 70 jaar) is in 1941 in de vergadering van de ring Joure besproken. Ook voor de organen van de Centrale Bank wenste de ring deze leeftijdsgrens. Ik werd aangewezen om de motie in de Algemene Vergadering van de Centrale Bank te bepleiten. Dat was mijn eerste entree op deze vergadering. De voorzitter, de heer Stroink, was zelf al 72 jaar, en men zei algemeen: Pas op, want die maakt je af. Tot mijn grote verbazing werd ik echter niet af gesnauwd. Thans bij mijn vertrek komt praktisch dezelfde motie in de statuten. Daar ben ik blij om. U zet nu zelf een streep onder uw openbare leven? Ja, ik treed af als bestuurslid van de Centrale Bank en de Pachtkamer (25 jaar lid) verlaat ik nu ook. Ik sta nog op hetzelfde standpunt, als bij de vergadering van de motie Joure. Ik ben gelukkig nog goed gezond, maar je komt toch op een leef tijd die risico's" meebrengt. De scherpste punten gaan er na je 70ste wel wat af. Dat moet je rustig nemen en daaruit je consequenties trekken. Na tuurlijk is het enerzijds wel wat jammer, maar je kunt ook op veel dingen met dankbaarheid terug zien. Als je wacht tot ze je wegkijken, blijft er maar een moeilijke" herinnering over. Dat is uw advies aan alle functionarissen in onze organisatie? Ja zeker, neem afscheid op het moment, dat je nog over alle vermogens beschikt. Het februarinummer van de Raiffeisenbode was ten tijde van ons gesprek nog niet verschenen en de heer de Wind wist nog niet dat daarin over de plaats van de raad van toezicht geschreven zou worden. De heer Wind wilde er echter graag wat over zeggen: 110

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 8