voor en achter de groene tafel
0
Als redactie zitten we, fi
guurlijk bedoeld gelukkig,
nog met een brok in de
maag, dat daar verleden jaar sep
tember via de rubriek Man en
Paard in terecht is gekomen. Een
brok, dat al zwaarder gaat wegen
naar mate de datum van onze vol
gende Algemene Vergadering dich
terbij komt.
Wij doelen hiermee op de ontboe
zeming, welke op bladzijde 459
van onze vorige jaargang is opge
nomen van de hand van een aan
de redactie bekende, die onbekend
wenste te blijven. Wij hebben hem
Bezoeker" genoemd. Die Bezoe
ker schreef uitstekend. Als we een
prijs voor stijl en zeggenskracht
zouden uitloven, zou zijn stuk een
hele beste kans maken. Die prijs
zouden we hem van harte gunnen,
maar Bezoeker zou zich daardoor
we! niet voldaan voelen en, eerlijk
gezegd, ons brok in de maag zou
er niet door verdwijnen.
Terzake. De kwestie draait om de
vorm van onze Algemene Verga
dering. Bezoeker heeft daarop zijn
geestig verpakte, maar scherpe
kritiek, geuit. Een kritiek, welke
later (zie blz. 567 van de vorige
jaargang) volledig onderschreven
is door een andere scribent. Het
moge tot onze eigen eer gezegd
zijn, dat wij die kritiek niet uit de
weg zijn gegaan. In een uitvoerig
naschrift hebben wij ons nogal uit
gesloofd om de verschillende kan
ten van deze zaak te belichten.
Maar daarmee is de zaak niet af
gedaan, want de Centrale Bank
zou zich erover beraden in hoe
verre aan de geuite wensen op een
volgende vergadering kan worden
tegemoet gekomen. Wij voelen
daarom de plicht daar thans iets
over mee te delen en hopen daar
door dat brok in onze maag van
ons af te schuiven.
Verwacht u geen spectacu
laire veranderingen. Bij de
aankomst in Utrecht zal het
station er nog staan evenals die
zaak waar Bezoeker zijn doos
goede sigaren kocht en de stroom
mensen zal zich weer, als langs
een mierenpad, in de richting van
een der Jaarbeurshallen bewegen.
Bij aankomst in de zaal zullen er
de 2500 stoelen staan en dat po
dium met die groene tafel. Toon
Hermans voorstel van de andere
inzender - zal men ook wel te
vergeefs zoeken.
Het zal ook deze maal een echte
jaarvergadering worden, waarop
het Bestuur verantwoording aflegt
en besluiten worden genomen.
Precies zoals de statuten en de wet
dat voorschrijven. Dit kan ook
niet anders.
Maar we zullen deze maal wel iets
doen om de kloof tussen de zaal
en de groene tafel te overbruggen, i
Dat raakt immers de kern van de
bezwaren. Het gaat er om, dat er
meer dan in de laatste jaren wis
selwerking komt tussen zaal en
groene tafel. Er moet meer con
tact komen in de vorm van vraag
en antwoord, hoor en wederhoor.
In een vergadering van meer dan
twee duizend mensen mag dat mis
schien moeilijk lijken, onmogelijk
is het niet. De kans daarop wordt
geschapen en bevorderd.
Dit zal gebeuren door ruimere ge
legenheid tot discussie te geven.
Speciaal na de rede van de voor
zitter van het Bestuur. Dat is het
meest interessant, want die rede
betreft de stand van zaken in onze
organisatie en zal dus aankno
pingspunten genoeg voor op- of
aanmerkingen kunnen opleveren.
Gevolg hiervan is, dat de voor
zitter van het Bestuur korter zal
spreken dan vroeger. Bewust zal
hij bepaalde zaken minder uitvoe
rig behandelen, niet alleen omdat
anders voor discussie te weinig tijd
zou overblijven, maar vooral ook
om niet al het gras voor de voeten
van de zaal weg te maaien.
In de zaal zullen op strategische
punten verplaatsbare microfoons
ten behoeve van de sprekers (hand
op steken!) aanwezig zijn. Dit lijkt
een technische kleinigheid, maar
is een wezenlijk symbool. Door de
microfoons komt als het ware de
groene tafel naar de zaal toe; de
sprekers wordt de lange tocht naar
het ,,hoge" podium bespaard! Laat
niemand hier discriminatie achter
zoeken!
r—71 Gezegd is, dat de zaal de
actie van de groene tafel
L__J maar passief heeft te onder
gaan en nauwelijks geëngageerd
de Algemene Vergadering beleeft.
Wij schreven in ons naschrift bij
het stuk van Bezoeker over een
Ivonk, die tussen zaal en groene
fyafel zou moeten heen en weer
flitsen. Laat die vonk gezien wor
den, als een flits! Dus geen lang-
(dradig) betoog, geen uitweidingen,
maar telkens korte, puntige vragen
of opmerkingen, welke verband
houden met het gehoorde. Aan het
streng hanteren van een maximale,
d.i. zeer korte, spreektijd zal wel
niet te ontkomen zijn. De beschik
bare tijd is beperkt en zal zo bil
lijk mogelijk over zoveel mogelijk
sprekers moeten worden verdeeld,
leder zijn deeltje als het kan, of
als er teveel handen omhoog gaan,
een toewijzing" door de voorzit
ter. Bij diens sprekers- en spreek-
tijdbeleid zullen we ons zonder
morren moeten neerleggen.
Wij nemen straks de proef en als
het lukt is dat misschien toch iets
spectaculairs!
J. R. H.
109