y. c.y. .yy-jtyu^ <y^ z*<^z y^ztyjyy^c^u vi^yzi. y&*%V^ '&bsï^Jc-*^n <S>Z<Ly y*- t%6> yf* y*~ yetep a ycsLc^-uj> s?r*v-zyyéf e- <ycT?-i y^-. y*yyyy <y. ^y? eyy. e-c, *y cy&~<y-t- yy yy ^y<^. *yy?ye^ya y&yr ye^c^^-y <y&_ a y eyyy'y^ty *i£-<yy/i>~t-*y- j^r-tr-i yo-c^.^^yeL£t~~ ye*^yy y^ey y?^yy*. y#^/-//*. jy^>, ts*~t cyyyy. y^z^y^y,^/<^c^y ycyya^r<y<. x-^7 (X^A—^C^ri^y <y~ y^-nj. y^t^y<^y/ ye^t- ^-y** y^y <yy, y<z~- yy-**-*» 0~?*-z ^2!^— Ü^^Z. ^Y^i"7£ sp-A-&y~ y^a &yt/tóey ^y ye-ey z*yy y. yy*> e^y^.zyyyyyz^*»-, <g»«^ yyt^. z+*^y y <*-/ yyyyy^, z&^ ^>^»t^.y *^y/ c^y^.y*y y^-^-^A^yyyyzx tr-V-O-l. ét£l~, <y~. y<^i J^2fc«-«y~A~» yftszu- -^t^e^y, <y<^yat.^yz~ -y-ey yy *y /z^e-z£ <*^y~ uit onze historie vember 1897 bij Vos een algemene vergadering hield waar dertig leden aanwezig waren benevens de Commissie van Bijstand voor Gelderland (de heren Pauwen, Kolkman en Romondt.) Dringend wordt op de noodzaak van het stichten van Raiffeisenkassen gewezen. Bezwaren daar tegen zijn niet aan te wijzen. Ook de hoofdelijke aansprakelijkheid levert, bij juist beheer, geen gevaar op. „Er bestaan reeds meer dan 11.000(1) banken en nog nooit heeft iemand er schade door geleden". De vraag of ook handelaren lid mochten zijn van de bank, leverde en dat was niet anders te verwachten enig heen en weer gepraat op en de heer Pauwen duidde op de mogelijkheid van het stichten van districtsbanken in de vorm van „kassiersbanken". Ter vergadering reeds traden 31 leden toe (er was blijkbaar nog een gegadigde gearriveerd) en voorzitter Hulshof dankte voor de oprichting van de eerste bank in Gelderland, waarbij hij echter niet kon weten dat op 13 november Angerlo reeds was gesticht. De notaris wilde en men was daar zeer erken telijk voor, de akte gratis opmaken en zo werd op 14 november 1897 opgericht: „eene Raiffeisenbank, Coöperatieve Vereeniging te Didam, waarvan de akte werd verleden voor notaris H. G. N. van Romondt te Didam, met 33 leden." De notarisklerk kreeg 2,50 voor het schrijven van de akte; het vaststellen van het kassiers salaris kon nog wel even wachten. De velden waren rijp om te oogsten, want ook elders werd niet stilgezeten. Immers, ook Didam ontving ter beoordeling de conceptenstatuten der Coöperatieve Vereenging van Raiffeisenbanken en Landbouwvereenigingen. (Maar door wie werden deze concepten verzonden?) En ook hier weer het hiaat: Op 24 juli 1898 is een schrijven van den Inspecteur (welke?) ont vangen waarbij namens den Voorzitter van de Centrale Bank den directeur en een bestuurslid worden uitgenodigd tot het bijwonen van de ver gadering van de Centrale Bank te Utrecht op 27 juli. Op 7 augustus d.a.v. werd van dit bezoek ver slag uitgebracht. Meningverschillen konden natuurlijk ook in de eerste jaren niet uitblijven. Reeds op 27 novem ber 1898 werd besloten om contact op te nemen met naburige banken om gezamenlijk krachtig te protesteren tegen een voorgestelde statutenwijzi ging. Hieraan veranderde niets door de kennisgeving dat de Centrale Bank op 1 januari 1899 in werking is getreden. Nog op 12 mei 1900 werd bevestigd dat ook gelden werden verstrekt aan niet-leden van de Boerenbond, wat toch echt niet de bedoeling was en waar dan ook formeel lang niet iedereen het mee eens was. Beschouwen wij de portretten van de „mannen van het eerste uur" dan vermoeden wij dat „de pap niet altijd zo heet werd gegeten als ze werd opgediend" oftewel dat de statutaire bepalingen met de nodige souplese en wijsheid zuilen zijn toegepast! 150

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 48