<3?
op de vergadering van 24 september 1897 aan
wezigen, wilden wel medewerken aan het oprich
ten van een bank.
Dientengevolge verleed op 13 november 1897
notaris Meester Hendrik Adrianus Jacobus Pen-
nink te Doesburg de oprichtingsakte.
Op 23 december 1897 spreekt de voorzitter van
de N.C.B., nadat hij gevraagd had of nog nadere
inlichtingen gewenst worden over de boerenleen
bank („deze hoogst nuttige en edele instelling"),
de wens uit dat alle leden van de Boerenbond
gaarne lid zullen zijn van de Boerenleenbank te
Angerlo.
En nu komt het reeds bekende hiaat in de ge
schiedenis om het hoekje kijken, want in de be
stuursvergadering van 20 maart 1898 wordt be
paald dat de secretaris zal opzenden aan de
Weledele Heer L. Ridder de van der Schueren de
bemerkingen, welke door de aanwezige leden zijn
gemaakt over de Statuten der Vereniging van
Raiffeisenbanken. (Maar ook werd prijsopgave ge
vraagd voor een brandkast, welke thans nóg in
de bank te zien is.)
Op 17 april 1898 bracht de secretaris verslag
uit van de vergadering te Utrecht gehouden tot
het in het leven roepen van een Centrale Leen
bank (door wie was die vergadering uitgeschre
ven?) en zal 500,worden aangevraagd aan
den Heer Inspecteur te Vught.
Op 19 juni 1898 besloot men met de oproeping
tot een Algemeene Vergadering te wachten totdat
de Centrale Bank zal werken.
Op 28 augustus 1898 oordeelde de vergadering
het aanschaffen van het boekje „Handleiding voor
het Beheer en de Boekhouding door Georgius
niet noodzakelijk. (Wie kan TB nog aan zo'n boek
je helpen?)
Om nu de aanloopgeschiedenis, gezien vanuit
Giesbeek (Angerlo) te besluiten, zij medegedeeld
dat men op 16 oktober 1898 reeds een werkbezoek
ontving van de heren Westerwoudt uit Amsterdam
en Pauwe uit Pannerden die zich, als lid respec
tievelijk van het bestuur en van de raad van toe
zicht van de Centrale Bank, op de hoogte wensten
te stellen van het landbouwkrediet in de verschil
lende delen des lands.
Met betrekking tot de geschiedenis van de bank
te DIDAM (welke thans bij „Eindhoven" is aange
sloten) verschafte de huidige directeur, de heer
G. H. Rasing, geestdriftig belangwekkende ge
gevens en daaruit kwam TB te weten dat de Ne-
derlandsche Christelijke Boerenbond op 14 no-
149