beoordeling kredietaanvragen Werd in het eerste artikel in deze rubriek voor namelijk aandacht geschonken aan de persoon en de omstandigheden van de cliënt, thans willen wij eens nagaan over welke bedrijfseconomische ge gevens de bank dient te beschikken om voldoende inzicht te verkrijgen in de gang van zaken bij het bedrijf waarop de kredietaanvraag betrekking heeft. In de eerste plaats zal men zeker als het om een enigszins omvangrijke financiering gaat re cente jaarstukken ter inzage moeten vragen, bij voorkeur over de laatste drie boekjaren. Het kan in bepaalde gevallen aanbeveling ver dienen jaarlijks de balans annex resultatenreke ning op te vragen bij een bedrijf, waaraan een voorschot en/of krediet is verstrekt. Door steeds de kerngegevens vast te leggen in de vorm van een balansanalyse, krijgt de bank een goed inzicht in de historische ontwikkeling van het bedrijf. Bij de Centrale Bank is hiertoe een z.g. balansanalyse formulier verkrijgbaar. Nu zullen de ter inzage gegeven jaarstukken meestal de fiscale balans en resultatenrekening weergeven. Van belang voor de bank is, dat de fiscale boekwaarde van o.a. het onroerend goed (stel f 70.000,soms aanzienlijk lager is dan de taxatiewaarde van de bank (stel 120.000,In zo'n geval spreekt men van een stille reserve, hier dus 50.000,Ook is het mogelijk dat het onroerend goed niet op de bedrijfsbalans voor komt, maar tot het privévermogen behoort. Dit alles kan in de beoordeling worden betrokken. Het feit, dat in de verlies- en winstrekening van een besloten kleinere n.v. onder de post „lonen en salarissen" nog al eens een afzonderlijk bedrag voor salaris tantième) van de directeur-eige naar voorkomt, mag niet aan het speurend oog van de kredietbeoordelaar ontsnappen. Het verdient aanbeveling zeker bij ingewik kelde gevallen, bij forse bedragen of indien een hoge extra-hypotheek moet worden ingepast deze jaarstukken mét de dispensatieaanvraag aan de Centrale Bank op te zenden, waardoor een vlotte afhandeling wordt bevorderd. 142

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 40