teamverband nauw samen en worden goede resul taten bereikt. Daar het paardrijden door gehandicapten veelal berust op plaatselijke initiatieven, ligt het voor de hand dat de plaatselijke centra sterk behoefte ge voelden aan het uitwisselen van ervaringen en het kennisnemen van eikaars inzichten en toegepaste methoden. Dit is een van de redenen geweest, welke hebben geleid tot het oprichten van de fe deratie. In de federatie worden onderlinge con tacten gelegd en opgedane ervaringen uitgewis seld, waarmee vooral ook nieuwe centra hun voordeel kunnen doen. Zeer zwaar bij de oprich ting van de federatie heeft ook gewogen het feit dat het geven van paard- of ponyrijles aan gehan dicapten een uitermate verantwoordelijk werk is, waarbij deskundige begeleiding noodzakelijk is. OPLEIDING INSTRUCTRICES In verband hiermede houdt de federatie zich vooral ook bezig met de opleiding van de instruc- trices, die op de verschillende centra werkzaam zijn. Aan deze opleiding worden hoge eisen ge steld omdat het de instructrices zijn die de ge handicapten vertrouwd moeten maken met het paard, hetgeen impliceert dat zij zowel het paard als de patiënt door en door moeten kennen. Bij de opleiding wordt dan ook zowel aandacht besteed aan hippische aspecten, als aan het bij brengen van medische kennis, pedagogiek, psy chologie enz. Theorie en praktijk wisselen elkaar daarbij voortdurend af. Tot de opleiding behoort ook het deelnemen aan een kaderweek, waarbij de instructrices ge durende een aantal dagen tijdens hun werk wor den geobserveerd door een team van deskundigen die na afloop een beoordeling geven. In het afge lopen jaar werd onder auspiciën van de Federatie Paardrijden Gehandicapten een kaderweek geor ganiseerd op Charlotte-oord in Tilburg. Daarbij werd gewerkt met een dertigtal patiëntjes met uiteenlopende handicaps. Onlangs vond een herhalingscursus voor pony- instructrices plaats in Den Haag. Ook werd daar de opleiding weer getoetst aan het werk in de praktijk. Het bezig zijn met de patiënten, vooral met de kleine patiëntjes, is een uitermate dankbaar werk, maar het is ook een vermoeiende en soms zelfs emotionele bezigheid. REACTIE VAN EEN VAN DE DEELNEMERS Een van de deelnemers aan de cursus op Char- lotte-oord schrijft in een verslag de volgende veel zeggende regels. „Vertroostend voor ons was dat deze vaak zwaar gehandicapte kinderen, die één voor één binnenkwamen, voor ons moesten lopen, op de streep lopen, hollen, met een bal spelen of oefe ningen op de bank moesten uitvoeren (sommigen konden slechts kruipen) helemaal niet gebukt gingen onder deze „vertoning". Dit hoorde van zelfsprekend bij het paardrijden en dat was niet alleen onvoorstelbaar heerlijk, maar ook een eer. Deze kinderen hielden óns wonderlijkerwijs „over eind", want het was vaak diep tragisch en moeilijk om eigen emoties te verbergen, vooral voor hen onder ons, die hier voor het eerst waren". 135

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 33