Aan het bestaande stakingsrecht dient een an dere inhoud te worden gegeven, aangezien het Britse bedrijfsleven veelvuldig door wilde stakin gen wordt lamgelegd. Het zijn deze factoren die een overschot op de handelsbalans in de weg staan. Niet op de laatste plaats zou de overheid deze handelsbalansontwikkeling gunstig kunnen beïn vloeden door het voeren van een anti-inflatoire begrotingspolitiek. Een drastische bezuiniging op de overheidsuitgaven is daarom van het grootste belang voor de gezondmaking van de Britse han delsbalans, en daarmee samenhangend voor het herstel van het pond sterling. GELDMARKT De verwachte grote afname van schatkistpapier na de op 30 januari verhoogde prijzen is uitge bleven. Er werd ongeveer 150 miljoen papier af genomen (merendeels 5-jarige biljetten) hetgeen, de historisch gezien hoge rente in aanmerking ge nomen, bescheiden genoemd kan worden. De uiterst krappe situatie op de geldmarkt, onder meer veroorzaakt door het gedeeltelijk uitblijven van de terugkeer van bankbiljetten in de kassen van de banken en de grote belastingbetalingen, stond een grotere afname in de weg. Op de eerste weekstaat van de Nederlandsche Bank in februari prijkte dan ook onder het hoofd voorschotten een bedrag van f 587 miljoen. Dit bedrag geeft het beroep aan dat het bankwezen op de Nederland sche Bank, als de Jender in last resort", deed. De banken mogen van deze uitwijkmogelijkheid gebruik maken ter overbrugging van moeilijk voor zienbare tijdelijke liquiditeitsspanningen. Verwon dering wekte het, dat desondanks de rente voor kort call-fixe en kasgeldleningen, die eind januari begon op te lopen, daalde. Na de 11e begonnen de prijzen weer aan te trekken. Toen bleek duide lijk dat de markt ook op de 17e, ondanks de maandelijkse rijksuitkering aan de gemeenten op die datum krap zou blijven. De officiële call-rente handhaafde zich dan ook onveranderd op het maximum van 5% Op de 20e vond de inschrijving van de aange kondigde 7 Staatslening plaats. De uitgifte werd uiteindelijk op het forse bedrag van f 350 miljoen vastgesteld. De liquiditeitspositie van het Rijk zal door deze lening voorlopig aanzienlijk worden verbeterd. Voor de geldmarkt betekent een en ander dat voorlopig de kans op verruiming uiterst gering is. Wel moet de agent van het mini sterie van Financiën in februari nog 100 mil joen aan onderhands opgenomen leningen terug betalen. Daar staat echter tegenover dat om streeks de maandultimo de bankbiljettencirculatie weer zal toenemen met enkele honderden mil joenen. Bovendien wordt de verruimende invloed van de rijksuitkering aan de gemeenten medio maart dan direct weer tenietgedaan door de stor ting op de zoëven genoemde staatslening op 18 maart a.s. DE KAPITAALMARKT Het aanbod van kapitaal blijft nog steeds vrij beperkt, gezien de stijging van de rentestand in de afgelopen maanden en de mislukking van de laatste staatslening in 1968. De minister moest bij de eerste staatslening van dit jaar omzichtig te werk gaan. Op de 7 Staatslening werd weliswaar voor een bedrag van 1,45 miljard ingeschreven, maar slechts 24,2 resulterend in het bedrag van 350 miljoen, werd hiervan toegewezen. Het op nemen van een groter bedrag zou een ontwrich ting van de markt kunnen betekenen, hetgeen na delig zou zijn voor de andere potentiële kapitaal zoekers, waaronder in de eerste plaats de Bank voor Nederlandsche Gemeenten. Geconstateerd kan worden dat het rentetype van 7 een redelijke aantrekkingskracht op de beleggers uitoefent. Er is ook dit keer, ondanks het feit dat de grootte van de lening eerst na de inschrijvingsdatum zou worden vastgesteld, in ruime mate gemajoreerd. De stemming op de obligatiemarkt bleef in februari, ondanks de successen van de jongste leningen van de Bank voor Nederlandsche Gemeen ten en de Staat, nauwelijks prijshoudend. De mo gelijkheid van een verdere rentestijging zal mede hiertoe aanleiding hebben gegeven. Door deze ontwikkeling bewogen de koersen van de 6^/2 Staatsleningen van 1968 zich tussen 95 en 96 en de 61/2 leningen Bank Neder landsche Gemeenten 1968 tussen 94 en 95 AANDELENMARKT Aan de vriendelijke stemming die gedurende de eerste helft van de maand op de aandelenmarkt heerste, kwam in de tweede helft een einde. Het algemeen ANP-CBS-index bewoog zich tussen 133

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 31