kort commentaar op de cijfers
geconstateerd worden bij de banken in de pro
vincies Utrecht, Gelderland en Zuid-Holland.
In de jaren 1964 t/m 1968 namen de uitzettingen
in januari gemiddeld met 30,4 miljoen toe. Het
bedrag waarmee de uitzettingen in januari van dit
jaar toenamen bleef met 26,8 miljoen hier iets
onder. De toename van de rubriek voorschotten
verstrekt aan natuurlijke personen bedroeg 40,3
miljoen tegen gemiddeld 23,6 miljoen in de 5
voorafgaande jaren. Deze sterke groei van de
voorschotten werd meer dan gecompenseerd door
de voor januari ongebruikelijke afname van de
debetsaldi in rekening-courant, hierdoor bleef de
totale toename van de uitzettingen iets achter bij
het gemiddelde uit de 5 voorafgaande jaren.
SPAARRESULTATEN BIJ DE VERSCHILLENDE
TRADITIONELE SPAARINSTELLINGEN
Alleen bij de Utrechtse organisatie kon van een
belangrijke verbetering van het spaarresultaat ten
opzichte van 1968 worden gesproken. Bij de boe
renleenbanken, de algemene spaarbanken en voor
al bij de RPS bleef het spaaroverschot ten achter
bij dat van vorig jaar.
SPAARCIJFERS FEBRUARI
De spaarmutaties voor februari wijzen erop dat
met uitzondering van de R.P.S. belangrijk hogere
spaaroverschotten werden geboekt dan vorig jaar.
ERRATA RAIFFEISENBODE NR 2 1969
blz. 83: 499,3 moet zijn +499,3.
blz. 84: stijgingspercentages voor de verschillen
de provincies moet zijn, excl. rente; er
staat boven incl. rente.
FINANCIEEL
OVERZICHT
PRIJZEN IN BEWEGING
De ontwikkeling op het gebied van de prijzen
in ons land heeft in de eerste maanden van dit
jaar vrij grote spanningen te zien gegeven. De
onrust werd vooral aangewakkerd door de invoe
ring van het nieuwe heffingssysteem van omzet
belasting. Toch kan deze onrust niet alleen aan
de B.T.W. worden toegeschreven. Er spelen nog
een aantal andere belangrijke factoren doorheen,
zoals de stijging van de loonkosten, toenemende
premiedruk, alsook hogere grondstoffenprijzen en
accijnsverhogingen.
Dit betekende dat de kosten van levensonder
houd in de periode van half december tot half
januari stegen met maar liefst 31/2 waarvan
naar schatting ruim 1 kan worden toegeschreven
aan de invoering van de B.T.W. Deze ontwikkeling
bracht het Centraal Planbureau ertoe een aantal
ramingen te herzien.
Voorspelde zij enkele maanden geleden een
stijging van de kosten van levensonderhoud voor
1969 van 4y2 inmiddels heeft zij dit percentage
moeten verhogen tot 51/2.
Er wachten ons over enige maanden nog ver
dere prijsstijgingen, als gevolg van de huurver
hogingen en hogere accijnzen.
De regering heeft gedreigd met prijsmaatregelen
in die gevallen waar sprake is van ongerechtvaar
digde prijsopdrijvingen. Zij staat voor de zeer
zware taak het inflatieproces binnen de perken te
houden en uit de loon- en prijsspiraal te geraken.
Prijsstijgingen leiden hierbij tot aanspraken op
verhoging van de lonen welke bij het streven naar
handhaving van de winstmarges, weer doorbere
kend zullen worden in de prijzen enz. Deze
prijsontwikkeling zal mede van invloed zijn op de
concurrentiepositie ten opzichte van het buiten
land.
Een verslechtering van de concurrentiepositie
130