Spaarresultaten bij de verschillende spaarinstellingen Mutaties in de toevertrouwde middelen bij de Raiffeisenbanken .qfiR Bedragen x f 1 miljoen Januari Spaarverschil Spaartegoed 31 januari Inlagen Terug betalingen januar februari Bedrag Raiffeisenbanken 343,2 286,7 271,9 245,4 71,3 41,3 61,7 21,6 6.899,2 6.119,9 24,3 24,0 Boerenleenbanken 320,3 295,4 268,9 236,8 51,4 58,6 49,0 19,5 4.524,1 4.023,6 16,0 15,7 Rijkspostspaarbank 163,0 190,5 130,0 116,3 33,0 f 74,2 23,0 42,7 5.272,0 4.912,1 18,6 19,2 Alg. Spaarbanken 654,6 537,5 596,6 477,2 58,0 60,3 74,5 50,3 6.965,3 6.461,6 24,6 25,3 Handelsbanken e.o. 97,2 108,5 75,2 4.683,0 4.026,4 10,5 15,8 Totaal 310,9 342,9 +209,3 28.343,6 25.543,6 100,0 100,0 KORT COMMENTAAR OP DE CIJFERS januari De toevertrouwde middelen namen met het voor deze maand bijzonder hoge bedrag van 91,6 mil joen toe. Weliswaar was in het spaaroverschot van 71,3 miljoen 12,1 miljoen spaartegoed be grepen van 3 spaarbanken die op 1 januari met plaatselijke raiffeisenbanken zijn gefusioneerd, maar dit vormt slechts een gedeeltelijke verkla ring voor de meerdere toename van de toever trouwde middelen ten opzichte van 1968. De toe name van de overige creditsaldi in rekening-cou rant leverde voor januari een ongewoon beeld op. In de regel ondergaan deze saldi in januari een vermindering. Wanneer we het spaarresultaat van januari ver gelijken met het gemiddelde overschot uit de 5 voorafgaande jaren dan blijkt het totale spaar overschot met 98 te zijn toegenomen. Voor de stedelijke en semi-stedelijke banken bedroeg dit percentage meer dan 100 en voor de plattelandsbanken 75. De belangrijkste verbetering in het spaarresul taat ten opzichte van de jaren 1964 t/m 1968 kon 1968 Januari Februari Spaartegoed Tegoed op privérekeningen Overige tegoeden in rekening-courant Totaal 71,3 11,0 9,3 41,3 13,1 12,3 61,7 21,6 -F 12,7 -F 5,7 91,6 42,1 40,0 129

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 27