PRODUCEREN GROTE BEDRIJVEN MINDER? I Eén van de hoekstenen van het memorandum van de Europese Commissie over de structuurhervor ming van de landbouw is de stelling, dat grotere bedrijven minder intensief produceren en daardoor in totaal een minder grote hoeveelheid produkt aan de markt brengen. Dr. Mansholt denkt dus met zijn structuurverbetering twee vliegen in één klap te slaan: door grotere bedrijven opheffing van de in komensachterstand van de boerengezinnen en door minder intensieve produktie verkleining of mis schien zelfs verdwijning van de overschotten, die thans als een molensteen om de hals van de EEG hangen. Het is de vraag, of deze zienswijze van dr. Mansholt juist is. Reeds in oktober vorig jaar wijdde het bestuur van het Landbouwschap een discussie aan de eventuele wijzigingen in het EEG-landbouwbeleid. Eén van de conclusies was: het is te verwachten, dat de overblijvende bedrijven de grond van de genen die de landbouw verlaten overnemen en daarmee een gelijke of wellicht grotere produktie zullen realiseren. Het is inderdaad niet uitgesloten, dat grotere bedrijven nog meer zullen produceren, omdat ze over 't algemeen beter geleid kunnen worden, over meer en betere hulpmiddelen en specialisten kun nen beschikken, kortom van de produktiemiddelen een optimaal gebruik kunnen maken (al staat het natuurlijk allerminst vast dat alle grote bedrijven daarin zullen slagen). Wat betekent minder intensief produceren in de landbouw? Bijvoorbeeld minder koeien per hectare, minder kunstmest strooien, wat allebei neerkomt op het verkleinen van de produktie per hectare. We kunnen echter ook denken aan de niet aan de bodem gebonden produktie: varkens en kippen enz. Vergroting van de bedrijfsoppervlakte zou voor de boeren de noodzaak om het in de verede ling te zoeken, kunnen verminderen. De dierlijke veredeling kent echter geen EEG-financiering. Het probleem van de overschotten treffen we vooral aan in de sectoren melkveehouderij en akkerbouw. We moeten het dus zoeken in de bodemproduktie. Welnu, bij de in West-Europa gangbare grond prijzen en arbeidslonen zullen ook voor onze hui dige begrippen grote bedrijven tamelijk intensief moeten produceren. Een goed bedrijfsresultaat is immers alleen mogelijk bij een bepaalde arbeids- produktiviteit (produktie per man), zonder dat te veel van de eveneens dure produktiefactor grond wordt gebruikt. We zien dan ook in de praktijk, dat de thans reeds bestaande grote en zeer grote bedrijven hetzelfde produktiepatroon vertonen als de „nor male" bedrijven: Ze streven niet alleen naar een zo hoog mogelijke produktie per man, maar ook naar een zo hoog mogelijke produktie per hectare en/of per dier. Dit zou alleen anders worden als de grond minder schaars was. In de Verenigde Staten is het economisch verantwoord om op zeer grote bedrijven extensieve graanteelt of rundvee- mesterij te bedrijven. In Europa is dit vrijwel on denkbaar, afgezien van kwalitatief minderwaardige gronden die dan ook goedkoper zijn waar intensieve produktie landbouwkundig onmogelijk is. 114

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 12