tentoonstellingen aanwezig zijn. De Friese Ring is ontstaan toen een grote zuiveltentoonstelling werd gehouden. De samenwerking is bijzonder goed. We hebben praktisch nooit verschil van mening. Over de rentetarieven plegen wij wel eens overleg, maar dat is toch meer het terrein van do eigen ring en de banken zelf. Zou het systeem van de Friese Ring ook in an dere delen van het land toegepast kunnen worden? Ik dacht dat daar wel v/at mogelijkheden liggen. Je kunt moeilijk te veel samenwerking hebben, al moet je wel oppassen dat je niet in de taak van de gewone ring treedt. Hoe vindt u dat de communicatie in onze orga nisatie werkt? Kijk, op de laatste Centrale Ringvergadering is wel gebleken, dat het belangrijk is hoe de voorstel len worden gedaan en dat het belangrijk is, dat je eikaars bedoeling goed begrijpt. Als de banken denken, dat hun eigen verant woordelijkheid wordt aangetast dan durven ze dat in hele scherpe bewoordingen te laten merken. Dit komt echter zelden voor, en dat is het bewijs, dat de banken in Utrecht een verstandig Bestuur heb ben. Meneer Wind, hoe ziet u nu, terugblikkend, jarenlange werk in onze organisatie. uw Het schiet me te binnen, dat ik als 18-jarige voor zitter van een jongerenvereniging eens heb gezegd: „Onze leeftijd is als een bloeiende boomgaard, een lust voor het oog en vol beloften. Als de nacht vorst en insekten komen, wat blijft er dan over Wat voor betekenis zal ons leven hebben, ook voor de maatschappij, waarin wij leven7" Ik heb mijn leven als een opdracht willen zien, en daarbij heeft mij het standpunt van de Raiffei- senorganisatie, met en voor elkaar, altijd sterk aan getrokken. Het is voor mij een grote vreugde ge weest, daaraan te mogen meewerken. Ook de jonge mensen van vandaag kunnen dit nog op dezelfde wijze in onze organisatie ervaren. U bent een boerenzoon en hebt tot 1967 zelf een veehoudersbedrijf gehad. U bent dus ook een ty pische vertegenwoordiger van het agrarisch ele ment in onze organisatie. Hoe ziet u de ontwikke ling naar de niet-agrarische kant? Voor onze landbouw is de Raiffeisenorganisatie in de laatste decenniën één van de belangrijkste zaken geweest. Daarin zijn mede door ons grote ontwikkelingen mogelijk gemaakt. De Raiffeisengedachte dringt gelukkig al meer bij het grote publiek door, met name ook bij de mid denstanders. Daar ligt voor onze organisatie nog een heel grote toekomst. We worden langzamer hand een echte volksbank. Hoe meer dat door dringt, hoe sterker de groei wordt. Ik vind het beslist noodzakelijk, dat in elk bé stuur, voor zover dat nog niet het geval is, ook vertegenwoordigers van de niet-agarische groepen komen. Wij zijn er om elkaar te helpen, dat is een gedachte welke ieder zal aanspreken. De heer Wind toont geen haast, maar hij houdt wel de tijd in de gaten want over enkele uren moet hij in Sneek op een vergadering zijn. Dat zal wel in orde gekomen zijn, want een man die op 37-jarige leeftijd zijn zaakvoerdersdiploma haalde door 's morgens van 5 tot half zeven te studeren, weet zijn tijd uit te buiten. Als ter sprake komt dat de heer Wind over en kele dagen met vakantie naar Marokko gaat en al heel wat grote reizen heeft gemaakt, zegt deze het toch in het Fries „Alle minsken binnen myn bruor- ren en de hiele warld myn thüs". Ook dat is de heer Wind. 113

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 11