perking door contingentering van de invoer. Niette min is het duidelijk, dat de daaruit voortvloeiende neutralisering van liquiditeiten van de Engelse im porteurs belemmerend op de Engelse invoer zal werken. Daarnaast hebben de Engelse autoriteiten bepaald, dat bedoelde 50 %-deposito's eventueel ook door het belanghebbende exportland kunnen worden gestort, echter uitsluitend in ponden ster ling en eveneens renteloos. Men zou zeggen dat dit onlogisch is, omdat daarmede de eerder be doelde neutralisering van liquiditeiten van de Engelse importeurs, en de daaruit voortvloeiende invoerbelemmering, weer worden doorkruist. Onze Engelse vrienden hebben echter niet voor niets de grote reputatie van experts op internationaal financieel gebied. Immers, storting in ponden ster ling door het buitenland heeft voor Engeland weer een drieledig effect. Ten eerste ontstaat daardoor in het buitenland een grote vraag naar ponden sterling, zowel naar contante ponden (voor de storting) als naar ter mijnponden (voor de 6-maandse valutadekking). Daardoor verleent het buitenland steun aan de pondennoteringen. Ten tweede krijgt de Engelse schatkist voor langere tijd de renteloze beschikking over grote bedragen in ponden sterling. Ten derde zal in buitenlandse exportkringen de tendens toenemen om de aan de stortingen ver bonden kosten (rentederving, valuta-termijn-dek king, e.d.) in de factuurprijzen door te berekenen. Op deze wijze ontstaat een prijsverhogend effect op de Engelse invoer, waardoor langs indirecte weg tevens weer een belemmering van de invoer in de hand wordt gewerkt. Tenslotte, de Nederlandsche Bank heeft aan de Centrale Bank een algemene vergunning verleend om, wanneer in geëigende gevallen daaraan be hoefte bestaat, vorenbedoelde deposito's op eigen naam, doch voor rekening van de exporteur, te storten en te financieren. Desgewenst worden door de afdeling buitenland van de Centrale Bank (toe stellen 396 en 271) nadere inlichtingen verstrekt. MR. DR. T. J. JANSEN SCHOONHOVEN Met ingang van 1 januari 1969 is mr. dr. T. J. Jansen Schoonhoven tot onderdirecteur secretaris van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank benoemd. De heer Jansen Schoonhoven is op 1 no vember 1961 in dienst van de Centrale Bank getreden en aanvankelijk werkzaam geweest op de Juridische afdeling. In 1964 verkreeg hij de graad van doctor in de Rechtsgeleerdheid op grond van een proefschrift, getiteld „Het waterschapsbe stuur van de Zuiderzeepolders". Op 1 maart 1966 volgde zijn benoeming tot secretaris. De werkzaamheden van de heer Jansen Schoonhoven omvatten thans, behalve de leiding van het Secretariaat, het toezicht op de Juridische afdeling en op een aantal af delingen van huishoudelijke aard. Voorts blijft de heer Jansen Schoonhoven betrokken bij de voorbereiding en de uit voering van de kredietverlening aan de coöperatieve verenigingen. 57

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 7