tekend. Zolang de betekening of de mede-onder tekening niet heeft plaats gehad, kan de debiteur bevrijdend betalen aan de oorspronkelijke schuld eiser of aan een beslaglegger (b.v. fiscus) als deze verhaal zoekt op hetgeen de debiteur van de vor dering aan diens oorspronkelijke schuldeiser ver schuldigd is. De praktijk wijst uit, dat de debiteur van de gecedeerde vordering niet altijd voor de belangen van de cessionaris opkomt! Wie een vordering aan zich laat cederen, doet derhalve zeer verstandig erop toe te zien dat be tekening of mede-ondertekening der cessie-akte zo spoedig mogelijk plaatsvindt. Doch soms is een betekening of mede-ondertekening niet of moeilijk te verwezenlijken, b.v. bij cessie van vorderingen op buitenlandse afnemers. Ook kan het voorkomen dat de debiteur van de gecedeerde vordering om bepaalde redenen weigert de cessie-akte mede te tekenen. Betekening per deurwaarder wordt in die gevallen wel eens achterwege gelaten, omdat dit als een onvriendelijke aanslag op de portemonnaie van de cliënt wordt beschouwd. Indien de betekening of de mede-ondertekening van de cessie praktisch onmogelijk is, zoals in het geval van de cessie van buitenlandse vorderingen en ook in geval van cessie van binnenlandse han delsvorderingen, is het onvermijdelijk dat een ri sico moet worden genomen. Hiertegen zal men zich alleen kunnen dekken door het afsluiten van een behoorlijke kredietverzekering. Indien betekening of mede-ondertekening van de cessie wel mogelijk is, doch op bezwaren bij de debiteur afstuit, zal vermoedelijk niet gemakkelijk een verzekeraar te vinden zijn die bereid is dit risico te verzekeren. In dit verband heeft de prak tijk wel eens een andere „oplossing" bedacht, nl. toezending aan de debiteur (gewoonlijk een instel ling waarmee de overdrager van de vordering re gelmatig zaken doet) van een kopie van de cessie akte. Daarmede spaart men de kosten van de be tekening uit, terwijl de bezwaren van de debiteur tegen mede-ondertekening worden ontzien. Er wordt kennelijk vertrouwd dat de debiteur aan de cessie-overeenkomst gevolg zal geven en de be talingen aan de verkrijger van de vorderingen zal toezenden. Gewoonlijk zal de debiteur wel aan de cessionaris (de verkrijger van de vordering) be talen, omdat het de debiteur doorgaans onverschil lig laat aan wie hij moet betalen, mits hij maar door de betaling zal zijn gekweten. Doch er kunnen omstandigheden zijn waarin de debiteur, al dan niet terecht, meent belang te hebben bij betaling aan een ander dan degene die door cessie eige naar van de vordering is geworden. Hij kan dit, zoals gezegd, doen omdat hij aan de cessie-akte geen gevolg behoeft te geven, zolang betekening of mede-ondertekening van de cessie-akte niet heeft plaats gehad. Als het om zulk een belangenstrijd gaat, kan men nauwelijks verwachten dat de debiteur zijn eigen belang zal achterstellen bij dat van de ces sionaris. Geconcludeerd moet derhalve worden, dat wie zich als cessionaris wil beschermen tegen het ge vaar dat, ondanks de cessie, anderen met het geld van de gecedeerde vordering gaan strijken, geen andere mogelijkheid heeft om dit doel te bereiken dan de betekening of de mede-ondertekening van de cessie-akte aan respectievelijk door de schul denaar van de vordering. Men late, tenzij gewichtige redenen tot iets anders nopen, niet na van deze mogelijkheid in de praktijk gebruik te maken. 93

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 43