UITLOTING DEPOSITO-OBLIGATIES
ding van reiskosten zodanig zijn dat deze de wer
kelijke kosten overtreft, dan is er sprake van
een vergoeding welke gerekend moet worden tot
de belastbare inkomsten uit arbeid. Het tot de in
komsten uit arbeid rekenen, blijft echter achter
wege voor zover de vergoeding in het loon is be
grepen. Dit laatste vraagt wel enige toelichting:
In het tarief voor de loonbelasting is voor iedere
belastingplichtige rekening gehouden met f 120,
per jaar voor kosten van regelmatig reizen, zodat
ook degenen die geen reiskosten hebben een re
ductie genieten. De wetgever houdt er geen reke
ning mee of er werkelijke reiskosten worden ge
maakt, maar neemt wel aan dat, indien de vergoe
ding van reiskosten uitkomt boven 150% van de
bedragen genoemd in bovenstaande tabel, deze
meerdere vergoeding als inkomen wordt aange
merkt. Als man en vrouw beiden in dienstbetrek
king zijn, wordt de aftrek voor reiskosten voor
ieder afzonderlijk vastgesteld.
Werknemers die door de werkgever van woning
naar werk worden vervoerd, b.v. per auto of auto
bus, genieten dus slechts een aftrek van de in de
loonbelastingtabel verwerkte aftrek van 120,
per jaar, terwijl de waarde van het vervoer onbe
last wordt toegelaten.
AUTOKOSTEN
Een werknemer kan om velerlei redenen reis
kosten maken. De wettelijke normen voor vaste
aftrekbedragen van deze kosten gelden ongeacht
welk vervoermiddel de werknemer bezit, uiteraard
tot de gestelde 40 km-grens. Indien de werknemer
noodzakelijk gebruik maakt van een auto voor de
uitoefening van zijn dienstbetrekking en daarvoor
een vergoeding ontvangt, dan kan de vergoeding
tot het loon worden gerekend voor zover deze uit
komt boven 150% van het aftrekbare bedrag. Is
de vergoeding lager dan de werkelijke kosten dan
komt het bedrag dat werknemer bijpast voor af
trek in aanmerking.
Indien de werkgever aan de werknemer een auto
ter beschikking stelt, waarbij de werkgever alle
kosten draagt en de werknemer aan de werkgever
een vergoeding (kostprijs) voor privéritten betaalt,
blijft een bijtelling voor privégebruik achterwege.
Het is wel een vereiste dat de omvang van het
privégebruik controleerbaar moet zijn.
Autokosten gemaakt in verband met ziekte en of
invaliditeit, komen in beginsel als buitengewone
lasten voor aftrek in aanmerking. In dergelijke ge
vallen komt in de regel de vraag naar voren of en
in hoeverre de uitgaven verbonden aan het auto
rijden onmiddellijk verband houden met ziekte en/
of invaliditeit. Voorts dient aannemelijk te worden
gemaakt dat de autokosten niet zouden zijn ge
maakt, indien er geen sprake zou zijn van ziekte
en/of invaliditeit.
Ten overstaan van notaris A. J. J. M. van lersel
te Utrecht vond op 24 januari 1969 overeenkomstig
het bepaalde bij artikel 5 van het reglement be
treffende de deposito-obligaties van de Coöp.
Centrale Raiffeisen-Bank, de uitloting plaats van
667 stukken van 1.000,van de 4% lening,
Serie V.
Losbaar per 1 maart 1969.
4.000 stukken van f 1.000,met als eindcijfer een
9 van de 6% lening 1966, Serie X.
Losbaar per 1 maart 1969.
2.000 stukken van f 1.000,met als eindcijfer een
0 van de 6% lening 1968, Serie AA.
Losbaar per 15 maart 1969.
5.000 stukken van f 1.000,met als eindcijfer een
9 van de 51/2-5% lening 1965, Serie W.
Losbaar per 1 april 1969.
1.000 stukken van 1.000,met als eindcijfer een
9 van de 61/2 lening 1967, Serie Z.
Losbaar per 1 april 1969.
81