samenvatting
van
rijksplanologie
~2
REGIONALE ONTWIKKELING
leiderschap
hoort dan tot het verleden. Het bedrijf profiteert
ervan, omdat aanwezige capaciteiten tot volledige
ontwikkeling komen.
GEVOLGEN VOOR DIRECTEUR EN CHEF
Doordat de functies minder vast komen te liggen
en de medewerkers een sterkere begeleiding be
hoeven, zal de leidinggevende een groot deel van
zijn aandacht aan personeels- en organisatievraag
stukken moeten wijden.
Deze hoofdtaak kan vergemakkelijkt worden,
wanneer aan een aantal voorwaarden wordt vol
daan:
1. Hantering van een goed beoordelingssysteem
met objectieve normen om tot een zuivere door-
lichting te komen van de functievervulling.
2. Het met de gezamenlijke medewerkers regel
matig bespreken van het beleid. Een directeur
of chef met overwicht kan zelfs de functiever
deling met succes in een gezamenlijke bespre
king regelen. Wel is noodzakelijk binnen de di
recte kring medewerkers na te gaan of de ge
stelde beleidsdoelen bereikt zijn en welke fou
ten er zijn begaan. Dit kweekt realiteitszin bij
de individuele medewerkers ten opzichte van
de eigen taakvervulling en de positie binnen de
afdeling.
3. Het bedrijf moet beschikken over een goede
centrale organisatie, personeels- en opleidings
sectie. De deskundigen daarvan kunnen de af
delingen behulpzaam zijn bij het opzetten van
het nieuwe managementsysteem.
4. Vooral bij grote afdelingen kan het van belang
zijn een aparte functionaris te belasten met op
leiding, instructie en verdere begeleiding van
het personeel. Een dergelijke functionaris kan
tevens een goede contactpersoon zijn met de
genoemde stafafdelingen.
5. Op basis van een goede observatie en beoor
deling kan bij gebleken capaciteiten een pro-
motielijn voor de medewerkers worden uitgezet.
Een directeur of chef, die op deze wijze de
creativiteit van de medewerkers weet te stimule
ren, zal de vruchten plukken in de vorm van een
goede sfeer en nuttige initiatieven en adviezen van
de naaste medewerkers.
HET NOORDEN
Voor de ontwikkeling van het noorden op lan
gere termijn heeft de tweede nota over de ruimte
lijke ordening een hoopvol perspectief geopend.
Bij de ontwikkeling op korte termijn doet zich even
wel nog sterk de invloed gelden van de huidige
zwakke economische positie van dit landsdeel.
Ook wordt een lans gebroken voor een positieve
beeldvorming met betrekking tot Noord-Nederland.
Voor een bevordering van een omvangrijke migra
tie naar het Noorden is deze noodzakelijk.
Terwijl in „Het Noorden op weg naar het jaar
2000" (van de Bestuurscommissie Noorden des
Lands) het accent lag op de middelen, welke voor
de vervulling van de aan het Noorden gestelde taak
nodig zijn, gaat het in de Groningse structuurschets
vooral over de hieraan verbonden ruimtelijke
consequenties. Bij voortzetting van de huidige ont
wikkeling zou Groningen in 2000 circa miljoen
inwoners tellen. De nota gaat uit van een versterkte
groei tot 1 a V/4 miljoen inwoners in 2000. Deze
groei zal moeten worden opgevangen door een
sterke toeneming van de niet-agrarische werkge
legenheid, welke voornamelijk tot stand dient te
worden gebracht in een drietal groeipolen: de
agglomeratie Groningen als grootste verzorgend
centrum van het Noorden, de Eemsmond (als haven
gebied aan diep vaarwater) en de veenkoloniën met
76