ABC Ontwikkelingsniveau medewerker taak A is goed taak B gaat te ver boven het niveau van de mede werker uit en zal daardoor onvoldoende, tot schade van het bedrijf, vervuld worden taak C is te licht, de medewerker verricht werk zaamheden beneden zijn niveau. Dit noemen we kwalitatieve leegloop. De man wordt te goed betaald voor dit lichtere werk. Tegen deze derde eis wordt veel gezon digd. NEGATIEVE EFFECTEN BIJ DE FUNCTIE-OPBOUW Helaas is tot heden te sterk de nadruk komen te liggen op de starre functie-inhoud. Bij een vacature is de functie-inhoud uitgangs punt. Er wordt dan een nieuwe medewerker ge zocht, die volgens opleiding, ervaring en persoon lijkheid het best in de functie past. Het eerste negatieve effect komt voor bij die bedrijven en banken, waar een te starre verdeling van functies aanwezig is. Men vergeet daar, dat elke werknemer geestelijk in bekwaamheden en vaardigheden groeit. Er zijn talloze gevallen be kend, waar starre functies in dwangbuizen veran deren. Even erg is, zowel voor de betrokkenen als voor het bedrijf, dat een bepaalde statische functie een rem is voor verdere ontwikkeling. Niet ten on rechte wordt dan gesproken van een organisatie- corset. Een tweede negatief effect is, dat de op zichzelf gezonde arbeidsspecialisatie de functie-inhoud uitsluitend afstemt op de top van het kunnen van de werknemers. Het lijkt er soms op of de mede werkers als eenzijdige produktiemachines worden benut. In veel gevallen krijgt volgens de functie- inhoud de medewerker niets te zeggen over plan ning, voorbereiding en controle van zijn werk. Ook de inpassing van zijn werk in het totale beleid gaat buiten hem om (zonder mede-inspraak). De spe cialisatie is in vele gevallen zover gegaan, dat er weinig creativiteit is overgebleven. Alleen grote routine geldt als maatstaf. Ook in de bankwereld zijn duidelijke sporen van deze praktijk aanwezig. Een derde negatief effect is, dat een gespecia liseerde medewerker zover doorgaat met specia liseren, dat hij op een bepaald moment vastloopt in zijn klim naar boven. Tegelijkertijd is hij onbruik baar geworden voor ander werk. Hij is in een ont wikkelingsfuik terecht gekomen. MODERNE OPVATTINGEN OVER EEN DYNA MISCHE FUNCTIE-OPBOUW In deze opvattingen probeert men integratie te zoeken tussen de persoon en het werk. Uitgangspunt is het totale takenpakket van een bedrijf of afdeling. Hierbij zijn ook de toekomstige ontwikkelingen grondig onderzocht. Nieuwe taken zijn daardoor duidelijk geworden. Personeelspro blemen als pensionering, sterfte, verloop e.d. spe len een rol evenals organisatie-ontwikkelingen in verband met mechanisatie en automatisering. Bij de functievaststelling van een medewerker, doet men er goed aan rekening te houden met de groeicapaciteiten van de betrokkene. Het is zelfs aan te bevelen, de medewerkers iets op hun gees telijke tenen te laten lopen. Regelmatig moet beoordeeld worden: a. hoe is de functievervulling b. is de functie-inhoud nog in overeenstemming met zijn of haar niveau? Moet de functie anders worden samengesteld? Kunnen reeds leiding gevende taken worden toevertrouwd? Welke aanvullende opleidingen en vormingsactiviteiten zijn nodig? Een op deze wijze gehanteerd beoordelingssys teem is direct gericht op de groei van de mede werkers. Goed toegepast zal deze wisselende functie samenstelling voorkomen, dat medewerkers teleur gesteld worden of zelfs weglopen. Ook het be kende vastroesten in bepaalde werkzaamheden be- 75

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 25