LEIDERSCHAP(5) beoordeling kredietaanvragen statuten dat aan de bank zal moeten worden over gelegd. Uit de jaarstukken waarover later kan verder blijken, dat de n.v. een gering aansprakelijk eigen vermogen heeft, het balanstotaal in aanmer king genomen. In zichzelf is het dan een insolvabel bedrijf. De bank zal echter door deze n.v.-vorm heen moeten zien en zich behoren te realiseren, dat zij met de directeur-aandeelhouder als feite lijke ondernemer te maken heeft. Deze kan in privé wèl vermogend zijn en de bank moet zich daarom op het standpunt stellen dat hij achter zijn n.v.-ver- plichtingen dient te gaan staan. Men kan b.v. de voorwaarde dat de directeuren-aandeelhouders een akte van borgstelling dienen te tekenen. Dit heeft tot gevolg dat een ter financiering van de n.v. aan gewende lening of rekening-couranttegoed van de directie, blijkende uit de passiefzijde van de ba lans, naast aandelenkapitaal en eventuele reser ves, door de bank ter beoordeling van de solvabi liteit in de overwegingen kunnen worden betrok ken. Rest nog de opmerking, dat voor het verstrekken van een voorschot of een krediet aan een firma of rechtspersoon, b.v. een n.v., steeds dispensatie van de Centrale Bank nodig is. Firmacontracten en statuten behoren met de dispensatie-aanvraag ter inzage aan de Centrale Bank te worden opgezon den. In een volgend artikel willen wij bezien, welke bedrijfseconomische gegevens er nodig zijn om in verband met een kredietaanvraag een juist inzicht te verkrijgen in de gang van zaken bij een bedrijf. TAAK- EN FUNCTIEVORMING In het vorige artikel hebben we stilgestaan bij het begrip delegatie. Delegatie heeft te maken met het organisatorisch- en psycho logisch inzicht en de sociale vaardigheid van een manager. Bij de taak- en functievorming spelen deze drie genoemde aspecten een rol. Tot voor kort legden de organisatiedeskundigen zeer sterk de nadruk op een ver doorgevoerde en verfijnde organisatiestructuur, waarbinnen het bedrijfsproces zich moest afspelen. Een teveel aan organisatie leidt echter tot ver starring zoals we in het hierna volgende zul len zien. Het uitgangspunt bij taak- en functievorming is ook nu nog juist. Het behelst het volgende: een taak is een afgerond geheel van bewerkingen en bewegingen; taken worden vervolgens gebundeld tot functies. Aan deze functievorming worden een drietal eisen gesteld. 1. De functie moet voldoen aan kwantitatieve eisen. Er behoort dus een volledige dagtaak uit voort te vloeien. 2. De taken binnen een functie moeten homogeen van karakter zijn. Ze mogen naar inhoud niet te ver uiteenlopen. Zo wordt versnippering van kennisgebieden voorkomen en bij uitvoerend werk ontstaan er geen lange overschakelings tijden. Kortom, hieruit komt het streven naar specialisatie voort. 3. De taken binnen een functie dienen eenzelfde graad van moeilijkheid (kwaliteit) te hebben en aangepast te zijn aan het ontwikkelingsniveau van de medewerker. 74

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 24