WAT ONS BEZIG HOUDT... MET EEN KORRELTJE ZOUT De heer Mertens, voorzitter van het Nederlands Katholiek Vakverbond wil de zaken graag open, eerlijk en als het kan een beetje speels bij hun naam noemen. Dat zegt hij zelf in een interview dat op 13 december 1968 in het Nieuw Utrechts Dagblad is opgenomen. Wat ons betreft slaagt hij daarin aardig en in de wijze waarop hij zijn „200 van Mertens" (of zijn het er inmiddels 400?) ter sprake heeft gebracht, kunnen wij best het speelse element ontdekken. Met de losse, speelse hand willen wij echter graag flink wat zout strooien in het gerecht, dat de heer Mertens blijkbaar ook onze organisatie voorzet, want dat ziet er ons toch wat te smakeloos uit. In het Nieuw Utrechts Dagblad formuleert de heer Mertens zijn bekende bezwaar: „Door gebrek aan openheid raakt het bedrijfsleven vanzelf in de verdachte hoek. Van notoire ongerechtigheid is misschien helemaal geen sprake. Als je maar van iedereen weet wie wie is, wordt dat wantrouwen weggenomen. Openheid ter wille van de demo cratie". Hoe „het" bedrijfsleven hierop reageert moet het zelf weten, maar als de heer Mertens dit ook op onze organisatie wil betrekken, zeggen wij: een kreet en niet meer. Zonder enige moeite kan iedereen te weten komen wie in de besturen en raden van toezicht van onze Centrale Bank en van onze aangesloten banken zitting hebben. Ook kost 6

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1969 | | pagina 8