de rayoninspecteur
Ém UTRECHT-A,B,C-
Gehoor gevende aan de wensen van de aan
gesloten banken om te komen tot een nauwer
direct contact met de Centrale Bank werd in 1962
overgegaan tot een decentralisering van de afde
ling Inspectie.
Het totale arbeidsveld van onze organisatie is
thans verdeeld in twaalf rayons. Aan het hoofd van
elk rayon staat een rayoninspecteur, die leiding
geeft aan een aantal medewerkers. Alle tot een
rayon behorende functionarissen wonen in of in de
directe nabijheid van de desbetreffende stand
plaats. Hierdoor wordt de mogelijkheid geschapen
voor sneller en meer persoonlijk gericht contact
en kunnen bepaalde onderdelen, zoals b.v. con
trole en ontwikkelingsproblemen, veelvuldiger en
duurzamer worden besproken.
Naast zijn controlerende en leidinggevende taak
is de rayoninspecteur ook beschikbaar voor de
behandeling van problemen of vragen op organi
satorisch terrein. Het bestuur van een bank kan
hem dus inlichtingen vragen. Hij zal hierbij zo
nodig als tussenpersoon fungeren tussen de
betrokken bank en de Centrale Bank.
De zelfstandigheid van elke bank blijft in ieder
opzicht gehandhaafd. Wil men zich dus direct tot
de Centrale Bank wenden, dan blijft deze mogelijk
heid bestaan.
EEN BETER CONTACT
De rayonindeling heeft mede tot doel, dat
a. de controle-arbeid nog beter dan voorheen tot
zijn recht komt. Een en ander is van groot
belang, mede gezien de te verwachten wette
lijke maatregelen ten aanzien van de publieke
verslaggeving;
b. zowel gevraagd als ongevraagd advies kan
worden uitgebracht of doen worden uitgebracht
door hiertoe aangewezen specialisten. Hierbij
Rayon-indeling en vestigingsplaatsen van de rayon
bureaus
kan o.a. worden gedacht aan inrichting van de
administratie, rentepolitiek, beveiliging en
andere zaken;
c. een betere begeleiding van de banken op het
gebied van het ontwikkelingsbeleid, in het
bijzonder op het gebied van de vestigingen,
wordt verkregen.
Het instituut van de rayoninspecties zoals het
thans werkzaam is, heeft ervoor zorggedragen, dat
de rayoninspecteurs zodanig in hun arbeidsveld
zijn ingewerkt, dat zij zowel voor hun rayon als
voor de leiding van de Centrale Bank als vraag
baak en informateur van grote betekenis zijn.
Mede als gevolg van het veelvuldiger en nauwere
directe contact tussen de aangesloten banken en
de rayoninspecteurs zijn deze laatsten in vele ge
vallen de vertrouwensmannen geworden voor de
banken in hun rayon, zonder afbreuk te doen aan
het feit, dat het gehele apparaat van de Centrale
Bank in al zijn onderdelen tot de volledige beschik
king van de leden-banken is gebleven.
48