worden gebracht, moeten ofwel in dat jaar zijn
betaald dan wel zijn verrekend.
De beroepskosten door een werknemer betaald
en welke door de werkgever worden vergoed,
kunnen uiteraard door de werknemer niet meer als
kosten worden afgetrokken. Een eventueel voor de
werknemer nadelig verschil in deze kostenvergoe
ding, namelijk tussen de vergoede en gemaakte
kosten, komt wel voor aftrek in aanmerking. Daar
staat echter tegenover, dat een hogere kostenver
goeding dan de gemaakte kosten tot het inkomen
van de werknemer behoort.
Onderstaand geven wij enige specifieke kosten
soorten waarvoor enerzijds gehele en anderzijds
gedeeltelijke aftrek is toegestaan:
Gebruiksvoorwerpen, benodigd voor de uit
oefening van het beroep, zoals: schrijfbureau,
vakbibliotheek en literatuur, schrijfmachine, als
mede kosten van vakbondscontributie en rela
tiegeschenken e.d. De aanschaffingskosten van
voorwerpen, welke langer dan één jaar mee
gaan, moeten naar levensduur worden ver
deeld over de desbetreffende jaren.
Beroepskleding: alleen kosten voor aanschaf
van typisch beroeps- en bedrijfskleding komen
voor aftrek in aanmerking, zoals uniformen e.d.,
waarbij dan zonodig met een besparing op de
privé-uitgaven voor andere dan beroepskleding
rekening moet worden gehouden. Ook de aan
schafkosten van kleding, welke aan sterke
slijtage onderhevig is en de kosten van rei
niging daarvan, komen voor aftrek in aanmer
king.
Representatiekosten: uitsluitend die, welke door
het vervullen van de dienstbetrekking ontstaan,
zoals kosten van rookartikelen en diners, welke
men uit zakelijke overwegingen relaties aan
biedt.
Kosten van jubilea: kosten, gemaakt in verband
met een zakelijk jubileum, welke binnen rede
lijke grenzen blijven, komen voor aftrek in aan
merking. Een eventueel van de werkgever ont
vangen belastingvrije jubileumgratificatie blijft
onaangetast, zodat de jubileumkosten niet eerst
ten laste van de belastingvrije jubileumgratifi
catie moeten worden gebracht. De jubileum-
kosten komen dus in mindering op het belaste
inkomen uit de dienstbetrekking. Ook giften
aan mede-personeelsleden van het bedrijf ter
gelegenheid van jubilea e.d. komen voor aftrek
in aanmerking.
Tenslotte willen wij er nog op wijzen, dat voor
degenen die een dienstbetrekking vervullen of
andere inkomsten uit arbeid verwerven, zonder
meer met 5 aftrekbare kosten, berekend over
het totaal van de inkomsten uit tegenwoordige
arbeid, rekening wordt gehouden. Deze forfaitaire
aftrek is thans gebonden aan een jaarlijks mini
mum van f 240,en een maximum van 600,
Indien wordt aangetoond, dat de aftrekbare kos
ten een bedrag van f 600,per jaar te boven
gaan, wordt het bedrag van de aftrekbare kosten
verhoogd tot f 1.000,Mochten de werkelijke
kosten meer dan duizend gulden per jaar bedra
gen, dan wordt met dat hogere bedrag rekening
gehouden.
43