KORTE UITLEG
HANDELS- EN BETALINGSBALANS
Er zijn weinig onderwerpen die bij de lezers zo
veel verwarring wekken als de begrippen betalings
balans, handelsbalans, lopende rekening en daar
mee verband houdende termen.
Het gebeurt ook maar al te vaak, dat deze be
grippen met elkaar worden verward. In het vol
gende zal worden geprobeerd hierin enige orde
ning te brengen.
Onder de betalingsbalans van bijvoorbeeld Ne
derland wordt dan verstaan een samenvattend
overzicht van alle economische transacties, welke
gedurende een jaar hebben plaatsgehad tussen
Nederland en het gehele buitenland. Bedoeld wordt
hier de betalingsbalans op transactiebasis zoals
deze wordt gehanteerd door het C.B.S. en C.P.B.
Dit in tegenstelling tot de betalingsbalans op „kas
basis" welke in de jaarverslagen van de Neder-
landsche Bank zijn terug te vinden. Dit geeft dus
een overzicht van alle betalingen welke gedurende
een jaar zijn geschied tussen Nederland en het
gehele buitenland. De betalingsbalans, waar debet-
posten staan tegenover creditposten, omvat vijf
onderdelen:
1) de goederenbalans:
aan de debetzijde staat de totale invoer van
goederen, uitgedrukt in guldens; aan de credit
zijde staat de totale uitvoer van goederen. Vaak
gebruikt men hiervoor de term handelsbalans.
2) de dienstenbalans:
debet staan de diensten welke het buitenland
aan Nederland heeft bewezen, zoals scheep
vaart, wegvervoer, assurantie en toerisme van
Nederlanders in het buitenland; credit staan
de diensten welke Nederland aan het buitenland
heeft bewezen.
3) de kapitaalopbrengstenbalans:
deze bevat debet de aan het buitenland betaal
de interesten en dividenden en credit de van
het buitenland ontvangen interesten en dividen
den van in het buitenland belegd kapitaal.
4) de kapitaalbalans:
aan de debetkant staan de door Nederland aan
het buitenland verstrekte korte en lange kre
dieten (uitvoer van kapitaal) en aan de credit
zijde de invoer van kapitaal uit het buitenland.
5) de goud- en deviezenbalans:
deze vermeldt debet de invoer van monetair
goud en buitenlands geld (deviezen) en credit
de uitvoer hiervan.
De goederenbalans, dienstenbalans en kapitaal-
opbrengstbalans vormen te zamen de lopende
rekening.
Wanneer er nu over een onevenwichtige beta
lingsbalans wordt gesproken dan heeft dit alleen
betrekking op de lopende rekening. Het totaal der
debetposten van de lopende rekening is dus klei
ner of groter dan het totaal der creditposten op
de lopende rekening. De betalingsbalans als geheel
verkeert altijd in boekhoudkundig evenwicht. Dit
moge uit het volgende voorbeeld blijken:
Stel Nederland heeft een tekort op de lopende
rekening. Evenwicht ontstaat weer doordat dit
tekort wordt betaald met goud, dat internationaal
in betaling wordt aangenomen, of met deviezen.
Gebeurt dit, dan is door de uitvoer van goud of
34