jwn
UIXIX BB si Mi-IMMMl
zoals deze door de Studiecommissie Krediet
registratie in haar eindrapport werden aanbevolen.
Alvorens echter het B.K.R. aan zijn uiteindelijk
doel zou kunnen beantwoorden, diende er nog een
lange en kostbare periode overbrugd te worden,
waarin het accent lag op het verzamelen van ge
gevens. Om dit te realiseren diende aan twee
voorwaarden te worden voldaan. De eerste en be
langrijkste voorwaarde was het verkrijgen van do
medewerking van de voorlopige deelnemers om
zonder directe tegenprestatie de voor de opbouw
van de kartotheek noodzakelijke gegevens in te
brengen; de tweede voorwaarde was de bereid
heid van dezelfde deelnemers de nodige fondsen
te verstrekken teneinde de kosten in de aanloop
periode te financieren.
Het stemt tot grote voldoening dat voor beide
prestaties de bereidheid in grote mate aanwezig
bleek te zijn.
Op 1 september 1965 werd begonnen met het
registreren van de contracten afgesloten door de
op dat tijdstip erkende voorlopige deelnemers.
Hierbij moet worden bedacht, dat het registratie
systeem voor alle ondernemingen een doorbreking
van de tot dan bestaande routine tot gevolg had
en wel in een situatie waarbij van een krappe ar
beidsmarkt moest worden gesproken. Bij enkele
grote ondernemingen moest zelfs het computer
programma ingrijpend gewijzigd worden.
In 1965 werden eveneens de in de afgelopen vijf
jaren in de Staatscourant gepubliceerde gegevens
met betrekking tot faillissementen, surséances van
betaling en onder-curatele-stellingen door het
B.K.R. geregistreerd, ook werden de door de voor
lopige deelnemers opgedane slechte ervaringen
met kredietnemers in de afgelopen jaren in de
kartotheek opgenomen. De deelnemers die in 1966
en 1967 erkenning verkregen, droegen van het
tijdstip van erkenning af, bij aan de opbouw van
de kartotheek.
DE ORGANISATIE
Begin 1966 werden de interne organisatie en de
wijze van communicatie vastgesteld, de begroting
goedgekeurd en de daarop gebaseerde vergoeding
bepaald.
Nadat het algemeen reglement aan de voorlopige
deelnemers was toegezonden, werd besloten het
Bureau op 2 januari 1967 voor toetsingen open te
stellen.
Door middel van een perscommuniqué werd dit
laatste besluit in alle landelijke en in een aantal
regionale bladen gepubliceerd.
Alle voorlopige deelnemers werden in de gele
genheid gesteld deelnemer van het B.K.R. te wor
den; zonder uitzondering traden zij toe.
Aan de deelnemers werd vervolgens een hand
leiding gezonden, zodat eind 1966 allen volledig op
de hoogte waren gesteld van de werkwijze van het
B.K.R.
DE HUISVESTING EN DE TECHNISCHE UITRUS
TING
Dat er in 1965 direct kon worden begonnen met
de opbouw van de organisatie is mede te danken
aan het feit, dat één van de deelnemers een tijde-
70