Jdjl
ra
jjra
rariri
u
mm
In de eerste bestuursvergadering der Stichting,
gehouden op 7 juni 1965, aanvaardde professor dr.
C. F. Scheffer de benoeming tot voorzitter der
Stichting, waarmede werd voldaan aan een door de
Studiecommissie zeer belangrijk geachte voor
waarde, namelijk „de verkiezing van een onafhan
kelijke en neutrale voorzitter".
Per 1 mei 1965 trad de heer M. de Haan in
dienst van de Stichting in de functie van directeur
van het Bureau.
DEELNEMERS
In de periode van 1 mei 1965 tot 1 oktober 1965
werd met de daarvoor in aanmerking komende le
den van
de Vereniging van Financieringsondernemingen
in Nederland;
de Nederlandse Bankiersvereniging en
de Nederlandse Vereniging voor Gezinscrediet
contact gezocht teneinde deze leden te interesse
ren voor de doelstellingen van het Bureau Krediet-
Registratie (B.K.R.). Het B.K.R. had hierbij weinig
meer te bieden dan de belofte dat er in de toe
komst een efficiënt werkend centraal registratie-
en toetsingssysteem zou komen; er was zelfs nog
geen reglement.
Wegens het ontbreken van een concrete basis
werd daarom het voorlopig deelnemerschap ge
ïntroduceerd.
Na het verschijnen van het algemeen reglement
zouden de voorlopige deelnemers in de gelegen
heid worden gesteld hun voorlopig deelnemerschap
om te zetten in een definitief deelnemerschap.
Uit het feit dat bijna alle benaderde instellingen
zich als voorlopig deelnemer meldden bleek dat
het vertrouwen in de ontwikkeling van het B.K.R.
bijzonder groot was. Aan de positieve houding van
deze voorlopige deelnemers en aan de besturen
der verenigingen die veel voorbereidend werk
hebben gedaan, heeft het B.K.R. veel te danken.
Door bemiddeling van de Nederlandse Vereni
ging voor Volkskredietwezen werden in de laatste
maanden van 1965 besprekingen geopend over de
voorlopige deelname van de Volkskredietbanken.
Van de op dit moment aangesloten deelnemers
van deze groepering traden vrijwel alle toe in de
loop van 1966 en 1967. De deelnemers behorende
tot de groepering Betaal- en Spaarzegelbedrijven
traden in de loop van 1967 toe.
Aan de deelnemende financieringsinstellingen
welke niet bij een vereniging zijn of waren aan
gesloten, werd in 1966 en 1967 erkenning ver
leend.
In 1968 werd een groot aantal spaarbanken
deelnemer alsmede alle boerenleenbanken.
Tot op heden hebben 350 raiffeisenbanken
erkenning als deelnemer gevraagd en verkregen.
DE OPBOUW VAN DE KARTOTHEEK
Direct na de indiensttreding van de directeur
werd begonnen met het uitwerken van de organi
satie, daarbij aansluitend op de uitgangspunten