IN MEMORIAM F.J.VAN INGEN Op 19 november jl. overleed na een gedul dig gedragen ziekbed de heer F. J. van Ingen, chef van de afdeling niet-agrarische krediet verlening en procuratiehouder van de Cen trale Bank. Onze gevoelens van innig medeleven gaan in de eerste plaats uit naar zijn echtgenote en kinderen, maar ook naar zijn vrienden, van wie hij er velen had, mede door zijn grote belangstelling voor het werk op ker kelijk en sociaal gebied. Ook de vele vrien den die hij op de Centrale Bank en uit de kring van de aangesloten banken had ver worven, zullen hem missen. Niet velen van hen, die nu nog bij de or ganisatie werkzaam zijn, zullen zijn loopbaan bij de Centrale Bank van het begin af heb ben meegemaakt. Deze begon reeds op 15 augustus 1923, toen de heer Van Ingen op 15-jarige leeftijd in dienst trad in het toen nog aan de Drift gelegen kantoor. Na begonnen te zijn bij de z.g. „binnen dienst" van de afdeling Inspectie, werd hij al spoedig betrokken bij de behandeling van de dispensatieaanvragen. Vergeleken bij thans was de omvang van die werkzaam heden klein. De groei daarvan steeg vooral na de Tweede Wereldoorlog in snel tempo. De heer Van Ingen heeft dit zeer intens en actief medebeleefd. Toen hij in het zieken huis werd opgenomen kon hij terugzien op een bijna 45-jarige diensttijd. Zijn werk was hem alles. Hij eiste veel van zichzelf en verwachtte van anderen diezelfde werkhouding. Hij was geen gemakkelijke chef, maar de waardering en genegenheid van zijn medewerkers zijn er juist daardoor niet minder om geweest. Het enthousiasme waarmede hij zijn taak opvatte, straalde van hem af en het werkte besmettelijk en anime rend. Toch was de heer Van Ingen geen uitbun dige figuur. Hij liep niet met zijn gevoelens te koop. Hij was een man van grote daad kracht en weinig woorden. Maar degenen die hem goed hebben gekend, weten welk een warm en gevoelig hart schuil ging achter dat masker van geslotenheid. Zijn werk bracht hem in nauw contact met directeuren en bestuursleden van aangeslo ten banken. Ook van die zijde was de waar dering voor hem groot, niet in de laatste plaats vanwege de gedegen kennis van za ken waarmede hij zijn werk deed. Een markante figuur is van ons heenge gaan, die zich met grote plichtsbetrachting volledig heeft ingezet voor de organisatie en aan wie de Centrale Bank veel dank is ver schuldigd. Hij ruste in vrede. 579

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1968 | | pagina 9