gunstige rentabiliteit kan veelal voor bepaalde in vesteringen de verstrekking van een zogenaamde extra-hypotheek met delcredereverzekering een goede oplossing brengen. De mogelijkheid moet dan wel aanwezig zijn om naast de verdere verplich tingen tot betaling van rente en aflossing de extra-hypotheek in 10 jaarlijkse termijnen af te los sen. Middenstanders die zich in een nieuw bedrijfs pand willen gaan vestigen, kunnen ongeacht of zij een pand willen bouwen of kopen een aan zienlijk hogere hypothecaire lening dan normaal verkrijgen, dank zij een door de Staat jegens de bank te stellen garantie. Deze leningen welke ten hoogste 85 van de stichtingskosten, respec tievelijk van de koopsom, mogen bedragen kun nen ook door de raiffeisenbanken worden verstrekt. De aanvragen voor deze leningen moeten worden ingediend bij het Centraal Instituut voor het Mid den- en Kleinbedrijf te Amsterdam. RISICO EN VEILIGHEID Als er één ding in aanmerking komt om onder dit hoofd in de Raiffeisen-Bode te worden vermeld, is dat wel de herziening van het Raiffeisengarantie- fonds afdeling A met de daaraan verbonden bezig heden. Dit heeft ons letterlijk bezig gehouden tot op het laatste moment, waarop de banken de bij zonderheden, welke met de wijziging van het R.G.F. verband houden, konden worden bekend gemaakt. In de laatst gehouden Algemene Vergadering is het voorstel tot herziening van het R.G.F. aangeno men. De daarop gevolgde werkzaamheden hebben zich gericht op het opstellen van „Algemene Ver- zekeringsvoorwaarden van Geldswaardeverzeke ring", het ontwerpen van een premiesysteem en het ontwerpen van veiligheidsvoorschriften. In het nieuwe systeem van afdeling A is de fictie van de voor alle banken gelijkwaardige risi co's los gelaten. Onder de oude regeling gold elke bank als een even gevaarlijk of, zoals u wilt on gevaarlijk risico als zijn collega's. De fictie werd mede in stand gehouden door het verplicht stellen van de verzekering van de z.g. „bijzondere en excedente risico's" buiten het fonds. In de loop van de tijd is het echter steeds dui delijker geworden, dat van een gelijkwaardigheid van risico's hoe langer hoe minder kan worden ge sproken. De ene bank heeft vijf werknemers in dienst, de andere veertig. Er zijn banken met der tien bijkantoren en er zijn er, die er niet één heb ben. De ene bank beveiligt zijn kantoor zo goed mogelijk tegen overvallen, diefstal en dergelijke, de andere bank besteedt daaraan te weinig aan dacht. Bij de nieuwe opzet van het R.G.F. afdeling A wordt met de verschillende risico's wél rekening gehouden, gezien de premievaststelling aan de hand van het aantal vestigingsplaatsen, het aantal personeelsleden en de gemiddelde kasvoorraad. Het uitgaan van gelijksoortige risico's voor wat betreft de beveiliging, is gebleven, zelfs versterkt. Dat kan ook niet anders. Wij moeten er van uit gaan, dat een bank die aan het risico van overval, diefstal en fraude blootstaat, zich zo goed mogelijk wapent. In verband hiermee is een aantal beveili gingsmaatregelen ontworpen, welke iedere bank kan treffen. Dat zal voor de ene bank wat gemak keiijker zijn dan voor de andere, maar de mogelijk heid is beslist aanwezig, daarvoor is gezorgd. Wij moeten daarbij goed voor ogen houden, dat het belang van een zo goed mogelijke beveiliging verre uitgaat boven het al dan niet gedekt zijn onder een verzekering alleen. Met de uitroep: „ver zekering dekt de schade" zijn wij er niet. Wij moe ten de schade zoveel mogelijk proberen te voor komen of beperken. Een gelukte overval doet de naam van een bank geen goed, zeker niet wan neer blijkt dat niet of nauwelijks voor een beveili ging is gezorgd. Er is onderscheid gemaakt tussen twee groepen: de „dwingende en de „aanbevolen" maatregelen. Wanneer een dwingende maatregel niet is na gekomen, zal geen vergoeding worden uitgekeerd 577

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1968 | | pagina 7