LANDBOUWREGELING B.T.W.
In de Raiffeisen-Bode van februari 1968 werden
reeds summier enkele woorden gewijd aan de
landbouwregeling in het kader van de nieuwe hef
fing van omzetbelasting over de toegevoegde
waarde.
Kort voor het in werking treden van deze belas
ting (1 januari 1969) heeft de overheid een officiële
toelichting op de landbouwregeling gepubliceerd
en ten gerieve van onze lezers willen wij nu wat
uitgebreider op deze regeling ingaan.
In artikel 27 van de nieuwe wet wordt opgesomd
wie onder de z.g. landbouwregeling worden ge
rangschikt; dat zijn: landbouwers, veehouders,
tuinbouwers en bosbouwers. Onder veehouders
zijn ook pluimveehouders begrepen evenals var-
kensmesters en vetweiders, mits zij het vee ten
minste zes weken onder zich plegen te hebben.
De ondernemer die fruit op stam, dan wel ge
wassen te velde koopt en na het oogsten verkoopt,
wordt ten aanzien van die goederen (mede) be
schouwd als de land- of tuinbouwer die ze heeft
geteeld.
Degene die op grond van een overeenkomst van
z.g. contractteelt of contractmesterij goederen le
vert (oplevert), welke zijn vermeld in de bij de wet
behorende tabel I, letter a, kan geacht worden
leveringen te verrichten van goederen welke hij in
de hoedanigheid van landbouwer enz. heeft voort
gebracht of geteeld.
Landbouwers enz. worden blijkens de landbouw
regeling niet als ondernemer aangemerkt in de zin
van de wet ten aanzien van de opbrengsten van
hun produkten (voortgebracht en geteeld), ge
bruikte bedrijfsmiddelen, goederen en over andere
leveringen en diensten, indien deze laatste niet
meer dan f 10.000,per jaar bedragen.
Aan de afnemers van de landbouwers enz., wordt
een forfaitaire aftrek van voorbelasting van 4/104
van de aan hen in rekening gebrachte bedragen
toegestaan, indien de bedragen betrekking hebben
op leveringen van goederen, vermeld in tabel I,
letter a, en de goederen bovendien door de land
bouwers enz. in hun hoedanigheid zijn voortge
bracht.
Voor landbouwers enz., voor wie de landbouw
regeling onvoordelig zou uitkomen, is de mogelijk
heid geopend op verzoek normaal in de B.T.W. te
worden betrokken. Een dergelijke keus voor die
landbouwers enz., geldt dan voor een periode van
vijf jaar, waarna ze opnieuw kunnen kiezen.
Het ondernemerschap geldt dan vanaf de datum
van inwilliging van het verzoek en kan ook in de
loop van een kalenderjaar ingaan. Belanghebbende
kan in het verzoek een andere datum van ingang
opgeven, mits niet eerder dan de dag van indiening
Een omwenteling op het gebied
van de omzetbelasting
van het verzoek. Landbouwers enz., welke met in
gang van 1 januari 1969 als ondernemer wensen
te worden beschouwd, moeten het daartoe strek
kende verzoek vóór die datum indienen. Dergelijke
verzoeken worden door de inspecteur zonder nader
onderzoek ingewilligd.
Landbouwers enz. vallende onder de landbouw
regeling, behoeven de administratieve verplich
tingen, welke de wet aan ondernemers oplegt, niet
na te komen en aan hen wordt derhalve ook geen
teruggave verleend van de oude omzetbelasting,
welke op 1 januari 1969 begrepen is in hun voorraad
produkten. Daar staat echter tegenover, dat de af
trek van 4/104 voor de afnemer van genoemde
datum af geldt, zodat deze aftrek tevens wordt
verleend voor de produkten, welke vóór 1 januari
615