een scherpe deviezencontrole ingesteld om de afvloeiing van Frans geld naar het buitenland tegen te gaan. Een toezegging van de Groep van Tien om Frankrijk een krediet van twee miljard dollar te verlenen, werd gehandhaafd. In de laatste week van november keerde de rust op de wisselmarkten, welke op het hoogtepunt van de crisis gesloten waren geweest, enigermate terug. De koers van de franc herstelde zich. Ook het pond sterling, dat zowel door de verwachtingen inzake een revaluatie van de mark als door de ongunstige cijfers van Engelands buitenlandse handel over oktober onder druk had gestaan, wist zich te herstellen. Zo was eind november een crisis van de voor naamste Europese valuta's, althans voorlopig, be zworen. De positie van de gulden was bij alle beroeringen nauwelijks betrokken. Wel heerste hier en daar in het buitenland de mening, dat bij een revaluatie van de mark ook de gulden voor herwaardering in aanmerking zou komen, evenals de Zwitserse franc, maar de positie van de Neder landse betalingsbalans, welke nog maar nauwelijks in evenwicht is, zou een revaluatie van de gulden weinig waarschijnlijk hebben gemaakt. De Neder landse regering heeft dit ook duidelijk doen blijken. Afgewacht moet worden hoe de maatregelen die Frankrijk en West-Duitsland hebben getroffen, zul len werken. Er is enige tijd gewonnen om te kunnen werken aan het opheffen of verminderen van de Duitse overschotten aan de ene kant en van de tekorten op de betalingsbalansen van andere lan den aan de andere kant. Er zijn ook stemmen opgegaan om, nadat de nieuwe Amerikaanse president Nixon, zijn functie zal hebben aanvaard, een internationale conferentie bijeen te roepen voor een hervorming van het monetaire wereldbestel. Met name Engeland en Frankrijk zouden hiervan voorstanders zijn. Vele andere landen voelen er echter niet veel voor. Van groot belang zal uiteraard zijn welk standpunt de nieuwe Amerikaanse president zal innemen inzake monetaire vraagstukken, zoals b.v. de rol van het goud. handelsbalans De Nederlandse buitenlandse handel leverde in oktober een recordhoogte van de uitvoer op, die tot 2.974 miljoen (v.j. 2.483 miljoen) steeg met 20%. In tien maanden is de uitvoer 14% en de invoer 11 toegenomen. Het invoeroverschot daalde met 133 miljoen tot 2.952 miljoen. Het dekkingspercentage verbeterde van 87,5 tot 89,5. De staatsfondsenmarkt was in november enigs zins onregelmatig. Per saldo veranderden de obli- gatiekoersen niet veel. Sommige soorten noteerden iets hoger, andere iets lager. Het rentepeil gaf in overeenstemming hiermee lichte schommelingen te zien, zonder dat er een duidelijke tendens tot stijging of daling naar voren kwam. De derde 61/2 lening van de Bank voor Neder- landsche Gemeenten, welke ten minste 100 mil joen en ten hoogste 150 miljoen zou belopen, werd vastgesteld op 140 miljoen. De Staat heeft eind november voor de vierde maal een lening volgens het tendersysteem uitge schreven, waarbij de inschrijvers zelf de inschrij- vingskoers (boven een bepaald minimum) kunnen aangeven. Evenals bij de vorige lening zal het le ningbedrag minimaal 225 miljoen en maximaal 275 miljoen bedragen. De rente bedraagt weer 61/2 en de minimumkoers is 99. De geldmarkt was in november vrij krap. Welis waar was de omvang van de circulatie van bank papier niet bijzonder hoog te noemen, maar om vangrijke belastingbetalingen vergden veel van de middelen der banken, welke zich dan ook genood zaakt zagen een krachtig beroep op de Nederland- sche Bank te doen door het opnemen van voor schotten. Het Rijk zat over het algemeen behoorlijk ruim in zijn kasgeld. De goud- en deviezenvoorraad van de Nederlandsche Bank was aan het einde van de maand 182 miljoen hoger dan aan het begin. De goudvoorraad steeg 1,5 miljoen tot 6.115 miljoen en de deviezenvoorraad nam met circa 180 miljoen toe tot 1.036 miljoen. Aankopen van deviezen door de Nederlandsche Bank in verband met de onrust op de valutamarkten speelden hier bij een rol. 609

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1968 | | pagina 39