Bij het vraagstuk van de overschotten speelt uiteraard een rol in hoeverre men b.v. binnen de E.E.G. mogelijkheden ziet voor vergroting van de consumptie. Tot voor enkele jaren was de panacee voor iedere te grote produktie de bevolkingsaan was, die door grotere consumptie dit weer recht zou trekken. Deze bevolkingsaanwas blijkt echter steeds minder snel te gaan en in bepaalde landen binnen de E.E.G. praktisch te stagneren. De grotere welvaart kan dan echter ook een grotere consump tie creëren. Het is echter voldoende bekend, dat bij grotere welvaart bepaalde voedingsmiddelen minder en andere meer worden gebruikt. Het is van het allergrootste belang voor de Ne derlandse landbouw, dat men door een uitgebreide marktresearch de tendenzen tracht na te gaan, welke zich bij de consumptie bij stijgende welvaart voordoen om in een zo vroeg mogelijk stadium het toekomstige consumptiepatroon te leren kennen, opdat men nieuwe afzetwegen kan zoeken, b.v. in de vorm van verdere verwerking van onze land- bouwprodukten. Ook ons ministerie van Landbouw is zich van deze noodzaak zeer wel bewust, doch het zwaartepunt van dit onderzoek zal bij het bedrijfsleven moeten liggen. Het is gelukkig, dat de maatregelen, welke Frank rijk en Duitsland hebben getroffen om respectieve lijk devaluatie en revaluatie te voorkomen, niet heb ben geleid tot verhoging van de invoerrechten. De reacties van derde landen zouden moeilijk te overzien zijn geweest. Een heel ander gevaar dat onze afzet van land- bouwprodukten bedreigt, is de sterk protectionis tische inslag van de E.E.G. Een land als Amerika en zeker zijn nieuwe president is nog niet vergeten dat de tariefonderhandelingen in het kader van de Ken- nedy-ronde slechts ten dele zijn geslaagd en het is zeker te verwachten dat president Nixon dit pro bleem opnieuw zal aanvatten. Nederland heeft in het verleden al kennis gemaakt met de scherpte waarmede dit probleem wordt gespeeld. Zo is onze afzet van aardappelmeel, en de derivaten daarvan, bij invoer in Amerika aan zo hoge invoertarieven onderworpen, dat de export voor ons praktisch onmogelijk is geworden. Deze maatregel is een duidelijke en ook als zodanig uitgesproken repre saille tegen de, naar het oordeel van Amerika, te hoge invoerrechten van de E.E.G. voor slachtpluim- vee. Zo zijn destijds om dezelfde reden de invoer rechten voor Volkswagenbusjes verhoogd. Voor ieder land is zo een aantal artikelen uitgezocht. 581

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1968 | | pagina 11