orgaan van de onderneming zijn vastgesteld of goedgekeurd. Samenvattend kan men stellen, dat de motieven voor een behoorlijk jaarverslag dat aan de leden wordt toegezonden en voor publikatie wordt ge bruikt de volgende zijn: 1. De leden moeten, afgezien van de jaarvergade ring, de nodige informaties ontvangen omtrent hun vereniging als zodanig; voorts ook om trent de bepaalde financiële resultaten en de vermogenspositie van hun kredietvereniging. De aansprakelijkheid der leden geeft hun recht op een goede voorlichting. 2. Het contact tussen de bank en de leden is vaak zeer miniem. De praktijk bewijst, dat de alge mene vergadering alleen onvoldoende is om dit contact te onderhouden. Schriftelijke voorlich ting in de vorm van een jaarverslag is dus ook in dit opzicht van belang. 3. Het jaarverslag kan ook buiten de kring van de leden nuttig werken. Het is een gereedschap der „public relations" en het kan zijn weg vin den naar lokale overheid, pers, (landbouw)- scholen enz. 4. Een goed verslag is een bron van informatie, ook voor de bank zelf. Alle feiten dienen hierin logisch te zijn gerangschikt. 5. Tijdens de jaarvergadering vormt het verslag de basis van de besprekingen en het bestuur kan ook gemakkelijk naar de onderdelen ver wijzen indien bepaalde vragen naar voren ko men. 6. Het bedrijf van de raiffeisenbanken is steeds meer omvattender geworden, zowel in de aard van de werkzaamheden als in de hoeveelheid. Het is vrijwel niet meer mogelijk op grond van mondelinge mededelingen een duidelijk inzicht te verkrijgen in de werkzaamheden. Bij menig directeur zal inmiddels de vraag zijn gerezen, wat zo'n verslag dan op zijn minst moet bevatten. Het verslag zal wat de coöperatieve bank be treft zowel ten aanzien van het zakelijk bedrijf als ten aanzien van het verenigingsaspect een hel der beeld dienen te verschaffen over de gang van zaken in het verslagjaar. Op zijn minst zal het verslag de volgende ele menten dienen te bevatten: a. Algemeen financieel en economisch overzicht. b. Verslag van de vereniging als zodanig, b.v. samenstelling bestuur en raad van toezicht. c. Balans, verlies- en winstrekening. d. Toelichting op de cijfers onder c. e. Mededelingen. f. Statistiek. Voor een uitvoerige behandeling van bovenge noemde punten verwijzen wij naar de nota over dc c'2 561

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1968 | | pagina 51