vraag naar kapitaal en krediet kan redelijk goed
worden voldaan, zonder dat het rentepeil aan
schommelingen van enige betekenis onderhevig is.
Over het algemeen verwacht men niet dat de rente
terug zal gaan naar het lagere niveau dat heerste
voor de periode van schaarste aan kapitaal.
inflatie
Behalve de invloed van de gunstige conjunctuur
op het rentepeil moet ook het feit van de voortge
zette geldontwaarding, de inflatie, als oorzaak van
de hoge rente worden beschouwd. Wie geld uit
leent op lange termijn moet er rekening mee hou
den dat hij te zijner tijd wel hetzelfde bedrag te
rug zal krijgen, maar dat de koopkracht ervan be
langrijk minder kan zijn dan ten tijde van het slui
ten van de lening. Het verschijnsel van de inflatie
werkt internationaal, en zondereen zekere mate van
compensatie in de rentevergoeding zou de bereid
heid om leenkapitaal ter beschikking te stellen niet
meer voldoende zijn om aan de vraag tegemoet te
komen. Zolang de inflatie aanhoudt, moet verwacht
worden dat de rente relatief hoog zal blijven, ten
zij er een ernstige economische stagnatie zou op
treden, die internationaal van karakter zou zijn.
Maar in dat geval zou ook de inflatie kunnen af
nemen.
staatslening
De jongste 61/2 staatslening, welke werd uit
gegeven volgens het z.g. tendersysteem, waarbij
de inschrijvers zelf kunnen aangeven tegen welke
koers zij willen inschrijven, heeft ditmaal voor het
Rijk geen onbevredigend resultaat opgeleverd wat
betreft de koers waartegen de lening geplaatst
kon worden.
De minimumkoers was op 99 1/2 gesteld en na
sluiting van de inschrijving bleek het mogelijk bin
nen de grenzen van het gevraagde leningbedrag,
welke tussen de 225 en f 275 miljoen lagen, de
uitgiftekoers op 991/2 te bepalen. Het defini
tieve bedrag van de lening lag met 233 miljoen
niet veel boven het minimum. Uit het koersverloop
ter beurze na de inschrijving bleek, dat er nog wel
enige vraag bestond, zodat de lening zich direct al
goed kon klasseren. Blijkbaar was er op de koers
van 991/2 een reële vraag geweest. Het verschijn
sel van het overdreven majoreren, dat de minister
van Financiën met het tendersysteem wilde be
strijden, lijkt dus inderdaad wel te zijn bezworen.
Bij vorige gelegenheden leek het alsof het tender
systeem tot een druk op de koers leidde, doordat
de inschrijvers de neiging hadden erg dicht bij de
minimumkoers te blijven. Ook ditmaal zal er nog
wel voor grote bedragen zijn ingeschreven op een
lagere koers dan 99y2, maar begrijpelijkerwijs gaf
de minister er de voorkeur aan met een iets lager
bedrag genoegen te nemen tegen een gunstiger
uitgiftekoers.
Na de inschrijving op 8 oktober bleek de obli-
gatiemarkt zich gemakkelijk te kunnen herstellen
van een koersafbrokkeling welke zich eerder in do
maand had voorgedaan.
aandelenmarkt
Op de Amsterdamse aandelenmarkt heerste aan
vankelijk in oktober een vaste stemming, zowel
voor de internationale als voor de lokale aandelen.
Later trad, met name voor de lokale fondsen, een
reactie in.
De koersindexcijfers van A.N.P.-C.B.S. bereikten
in oktober nieuwe hoogtepunten, welke echter niet
geheel gehandhaafd konden worden. Na de belang
rijke koersstijgingen die dit jaar hebben plaats
gehad, was de beurs blijkbaar rijp voor een tech
nische reactie, die overigens van beperkte omvang
bleef. De motor van de koersstijgingen was onge
twijfeld de gunstige onwikkeling van de nationale
economie. Daarnaast hebben ook de vele fusies en
overnemingen ertoe bijgedragen de koersontwikke
ling te stimuleren.
De tussentijdse bedrijfsresultaten welke de grote
internationale concerns publiceerden waren meren
deels gunstig en ook elders uit het bedrijfsleven
kwamen overwegend goede berichten over de gang
van zaken dit jaar.
handelsbalans
De handelsbalans laat over de eerste negen
maanden van dit jaar een tekort zien dat niet
veel kleiner is dan dat van vorig jaar. Het bedroeg
tot dusver 2,8 miljard, wat 100 miljoen minder
549