lonend te zijn, met name bij de bedrijfsopvolging. Daarom is er in de kleinere plaatsen in dun be volkte gebieden voor winkeliers, kappers, kleer makers en schoenherstellers veelal geen toekomst meer. Deze plaatsen zullen het zonder deze ver zorgende bedrijven moeten stellen, terwijl de be woners zich meer moeten richten op grotere plaat sen, welke in een bepaalde streek een centrum functie vervullen. Hierbij zal de grotere mobiliteit van de consument de trek naar verzorgingscentra met een compleet assortiment aan goederen en diensten doen toenemen. Daarnaast is het denk baar dat de leverancier zijn afnemers bezoekt. Rijdende winkels in de levensmiddelen- en textiel branches zijn hiervan voorbeelden, terwijl rijdende werkplaatsen in de ambachtelijke sector denkbaar zijn. schaalvergroting De geleidelijke uitdunning van veel midden standsbranches en de toeneming van de gemid delde grootte van het middenstandsbedrijf vloeien voort uit de klemmende noodzaak tot schaalver groting. Bepalend voor de ondernemer is de ver houding tussen opbrengsten en kosten. Voort zetting van het bedrijf is op langere termijn alleen dan verantwoord, wanneer zowel vaste als varia bele kosten worden goedgemaakt. Hierbij dient ook 523

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1968 | | pagina 13