cliënt van een raiffeisenbank geworden. Sommigen
geven er echter de voorkeur aan te blijven sparen
bij het Amsterdamse hoofdkantoor dat voorlopig
zijn werkzaamheden normaal zal voortzetten.
Hoe het ook zij, alle spaarders van de Spaar
bank voor het Onderwijs, zowel zij die op Amster
dam georiënteerd zijn als zij die hun tegoed reeds
hebben laten overboeken, dienen door ons te wor
den beschouwd als cliënten van de raiffeisenbank
en behoren derhalve dezelfde dienstverlening te
ontvangen als onze overige cliënten.
Daar de eerste indruk veelal de beste is, willen
wij de aangesloten banken nadrukkelijk wijzen op
het belang de nieuwe cliënten op de meest voor
komende wijze tegemoet te treden en hen steeds
met raad en daad bij te staan en een grote mate
van soepelheid te betrachten. De voorlichting
speelt daarbij een belangrijke rol.
Omdat de spaarders van de Spaarbank voor het
Onderwijs gewend waren aan een relatie met een
spaarbank, lijkt het ons nuttig hen, behalve op de
verschillende spaarvormen, vooral te wijzen op het
feit dat de raiffeisenbanken alle bankzaken voor
hun cliënten kunnen verzorgen. Immers het besluit
van de Algemene Bond van Onderwijzend Perso
neel is in de allereerste plaats ingegeven door de
wens de spaarders van de Spaarbank voor het
Onderwijs in de gelegenheid te stellen gebruik te
maken van de uitgebreide dienstverlening van de
grote moderne spaarbank.
Het kan voorkomen, dat, hoewel de spaarders
is geadviseerd een rekening te openen bij een
plaatselijke raiffeisenbank, een spaarder die zijn
rekening nog heeft aangehouden bij het hoofdkan
toor van de Stichting in Amsterdam, zich toch in
een bepaald geval tot een lokale bank zal wenden
teneinde daar een storting of opname te verrichten.
Ook het voldoen aan een dergelijk verzoek be
schouwen wij als een stukje dienstverlening.
Wij hebben er het volste vertrouwen in, dat onze
aangesloten banken alles zullen doen wat in hun
vermogen ligt de nieuwe cliënten op de juiste wijze
op te vangen en tevreden te stellen.
MODEL-STATUTEN: HET OVERLEG
KAN BEGINNEN
In het mei- en september-nummer hebben wij
reeds aangekondigd, dat een herziening van de
model-statuten van de aangesloten banken op sta
pel was gezet. De bedoeling van deze herziening
was niet om tot belangrijke principiële veranderin
gen te komen, maar om de statuten zodanig te
wijzigen, dat zij beter aansluiten bij de praktijk van
het moderne bankgebeuren en bovendien ook
ruimte laten voor nieuwe ontwikkelingen.
Wij hebben er ook reeds op gewezen, dat
de aangesloten banken nauw betrokken zullen wor
den bij de totstandkoming van deze model-statuten.
Thans is een geheel gemoderniseerd ontwerp
gereed gekomen. Het overleg in breder verband
van de gehele organisatie om deze statuten hun
definitieve vorm te geven, kan dus nu beginnen.
Omdat bij de voorbereiding van het ontwerp
naast de wensen, gegevens en suggesties van de
organisatie in belangrijke mate ook de aanbeve
lingen van het structuurrapport als richtsnoer zijn
genomen, is besloten het ontwerp in eerste instan
tie aan de Structuurcommissie voor te leggen.
Deze commissie zal hiertoe in de tweede helft van
oktober bijeenkomen. Daarna zal de Raad van Toe
zicht er in zijn vergadering van 8 november aan
dacht aan besteden en vervolgens zal het ontwerp
op alle najaarsringvergaderingen aan de orde wor
den gesteld.
Tot slot van het vooroverleg in de organisatie
zal in januari 1969 de speciaal daartoe bijeen te
roepen Centrale Ringvergadering haar oordeel
geven over het ontwerp.
Het zal van het hierboven geschetste overleg
afhangen en wij zijn ervan overtuigd dat dit
goed zal zijn of de gehele operatie „wijziging
model-statuten" zal slagen en haar beslag zal
krijgen door het opnemen van dit gemoderniseerde
model door alle banken in de eigen statuten tijdens
de in het voorjaar 1969 te houden algemene ver
gaderingen.
471