Hiervoor is ook een moderne bedrijfsvoering nodig. Moderne bedrijfsvoering is niet alleen een vraag van goede gebouwen en goede apparatuur, maar ook van leiding geven volgens de uitgangspunten van een modern bedrijfsbeheer. Dit betekent dat zowel besturen als directies bereid en in staat moeten zijn om waar nodig bevoegd heden te delegeren om daardoor in staat te zijn de werkelijke bestuurstaak op de beste wijze te ver vullen. De grondslagen hiervoor zullen worden gelegd in voorstellen tot wijziging van de statuten van de plaatselijke banken. Deze grondslagen vereisen, dat men zich ook geestelijk moet toerusten om in deze ontwikkeling mee te komen. Wanneer wij dat doen, dan betekent dat dat de plaatselijke banken zelfstandig, maar zich diep bewust van het lidmaatschap van één grote organisatie, hun taak steeds beter kunnen vervullen. De samenwer king binnen onze organisatie vereist uiteraard regelen om inderdaad als één geheel te kunnen werken en daarmede ook landelijk onze taak te vervullen. Dat wij hierin op de goede weg zijn, bewijst de groei van onze organisatie. Ook dit jaar zal weer een aanmerkelijke stijging van toevertrouwde middelen, maar ook van financieringen van onze leden laten zien. Dit geeft vraagstukken in het beleid van de plaatselijke banken, maar ook in dat van de Centrale Bank, waar bijvoorbeeld de liquiditeitsbewaking in dit verband een grote rol moet blijven spelen. De goede geest van samenwerking tussen plaatselijke banken en Centrale Bank doet vertrouwen dat wij nog aanmerkelijke mogelijkheden hebben om onze coöperatieve bankorganisatie verder uit te bouwen. In dat bewustzijn kunnen wij ook in de oktobermaand van 1968 gestadig verder werken. 467

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1968 | | pagina 5