WAT ANDERE RAIFFEISENORGANISATIES SCHRIJVEN In de Oostenrijkse landbouw bestaat er een om vangrijke behoefte aan financieringsmiddelen op lange termijn. Deze zijn nodig om de landbouw structuur te verbeteren en om de produktiviteit van de aan- en verkoopcoöperaties op te voeren. Om in deze behoefte te voorzien, wordt door de Raif- feisen-Finanzierung A.G., een onderneming waarin alle Oostenrijkse Raiffeisenorganisaties participe ren, een zogenaamde Raiffeisenlening uitgegeven, ter grootte van 100 miljoen schilling in coupures van 10.000 en 1.000 schilling. Men hoopt met het uitschrijven van deze lening voldoende lange mid delen aan te trekken om de landbouwfinancierings- problemen op te lossen, aldus Raiffeisen-Genossen- schaft van 28 september jl. In hetzelfde blad is een verslag opgenomen van de algemene vergadering van de CEA in Salzburg. Tijdens deze vergadering werd tot nieuwe presi dent gekozen de Duitser Gustav Niermann. Diverse referaten werden tijdens de bijeenkomst gehouden: onder meer over de regionale ontwikkeling van de landbouw in Europa, de coöperaties en de prijs vorming van landbouwprodukten, samenwerking bij de produktie en afzet van landbouwprodukten en richtlijnen voor coöperatieve buitenlandse handel. Raiffeisenbanken hebben enerzijds tot taak spaargelden aan te trekken en het sparen te be vorderen. Zij moeten het sparen attractief houden en dus een aangepaste rente garanderen. Tege lijkertijd moeten de banken de grootst mogelijke zekerheid garanderen, aldus de Zwitserse ,,Raif- feisenbote" van 19 september jl. Aan de plaatselijke bevolking dienen ter ver betering van hun bestaansbasis ook leningen en kredieten te worden verschaft tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden. De bruto inkomensmarge bij de raiffeisenbanken in Zwitserland maakt slechts 0,74 van het ba lanstotaal uit, terwijl dit percentage voor het Zwitserse bankwezen als geheel 1,73% van de balanssom bedraagt. Evenals iedere andere onder neming kunnen raiffeisenbanken op de lange ter mijn slechts echte diensten verlenen, wanneer er sprake is van een solide financiële grondslag. De financiële basis bestaat uit de reserves. Om on danks geringe bedrijfsoverschotten toch voldoende reserves te kunnen aanleggen, worden de beheers kosten van de banken tot het uiterste beperkt. Er zal in ieder geval gestreefd moeten worden naar een eigen vermogen, ter grootte van tenminste 5% van de verplichtingen, aldus de Schweizerische Raiffeisenbote. Het zijn de reserves die het ver trouwen van de plaatselijke banken versterken en een voorzorgsmaatregel tegen eventuele verliezen zijn. Zij zijn echter ook een niet te onderschatten garantie voor de solidair aansprakelijke leden van de banken. De banken dienen kredietnemers en spaarders op zo gunstig mogelijke voorwaarden en nemen genoegen met een matige reservering. De schrijver van het artikel acht het onjuist dat uit de bedrijfs overschotten ook nog eens schenkingen aan charitatieve doeleinden moeten worden verricht. 508

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1968 | | pagina 46