taat te komen. Het aantal bedrijven, dat gedurende deze jaren telkenjare verlies leed, is echter groter en bedraagt 26% van alle bedrijven. Resumerend kan gesteld worden, dat in 1967 de rentabiliteit van de groenteteelt onder glas niet is verbeterd en dat de minder positieve ontwikkeling, welke in 1964 is ingetreden, niet van incidentele aard blijkt te zijn. De voorlopige indrukken over 1968 bevestigen dit. Daarbij doen zich tussen de verschillende bedrijfstypen en de bedrijven onder ling grote verschillen voor. Een bepaalde groep be drijven toont aan, dat deze bedrijfstak beslist goede mogelijkheden biedt. Het bedrijf en de on dernemer moeten dan echter aan bepaalde voor waarden voldoen. Het is van groot belang dit bij de beoordeling van het individuele bedrijf te onderkennen. Het belang van de individuele tuinder is slechts, dat het bedrijf een verantwoord inkomen biedt en dat voldoende mogelijkheden aanwezig zijn om zich te kunnen aanpassen aan de zich wijzigende omstandigheden. Ontbreken deze perspectieven, dan is noch een financiering verantwoord, noch hiermede het belang van de tuinder gediend. Westland verwarmd Westland onverwarmd Kring verwarmd Kring onverwarmd 35r 30- RENTABILITEIT 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966 1967

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1968 | | pagina 24