en de Kring), de verwarmde en onverwarmde be
drijven, zijn verschillen waarneembaar. Bij de
verwarmde cultures in het Westland is de rentabili
teit gedaald; dit in tegenstelling tot de Kring, in
welk gebied deze bedrijven minder verliesgevend
waren. Het onverwarmde bedrijf in het Westland
herstelde zich en behaalde een resultaat gelijk aan
het verwarmde bedrijf. In de Kring was het verlies
voor het onverwarmde bedrijfstype nog groter dan
in het voorgaande jaar en minder dan in het West-
Een nadere bestudering van de winstgevende
bedrijven (respectievelijk 37 en 32 toont
aan, dat deze bedrijven respectievelijk 51 en
48 van de totale opbrengsten vertegenwoor
digen. De grotere bedrijven behaalden derhalve
een beter resultaat dan de kleinere. Een waar
neming, welke ook blijkt bij een vergelijking op
basis van de jaarkosten.
Voor bedrijven met meer dan 100.000,jaar-
kosten werd een positieve rentabiliteit becijferd
van 3 en voor bedrijven met minder dan 100.000,-
jaarkosten een negatief cijfer van 10.
Ondanks deze algemeen minder gunstige cijfers,
blijken bepaalde bedrijven ieder jaar tot een gun
stig resultaat te komen. Zo blijkt voor het West
land ruim 24 van de bedrijven gedurende de
laatste vijf jaren ieder jaar tot een positief resul-
land. Op basis van deze cijfers over de laatste
jaren, is het zeer twijfelachtig of de vestiging van
een onverwarmd bedrijf in dit gebied nog verant
woord is.
De in het rapport vermelde cijfers hebben be
trekking op de rentabiliteit van alle bedrijven. Het
spreekt voor zich, dat binnen deze groep van be
drijven zich grote verschillen voordoen. Het aantal
bedrijven, dat verliesgevend was, nam in totaliteit
nog toe, zoals onderstaande gegevens uitwijzen.
Percentage verliesgevende bedrijven:
WESTLAND
DE KRING
jaar
alle bedrijven
staandglas
verwarmd
staandglas
onverwarmd
alle bedrijven
staandglas
verwarmd
staandglas
onverwarmd
1963
31
15
38
39
21
76
1964
55
48
59
65
58
88
1965
39
34
44
57
50
86
1966
56
45
66
65
58
85
1967
63
62
53
68
62
93
485