macro-economische verkenning tijdstip, waarop een dergelijke conferentiedag moet worden beëindigd. op de tweede dag Op de tweede dag werd eerst aandacht ge schonken aan de werkwijze van een coöperatieve raiffeisenbank volgens de wet en de statuten. Deze materie werd toegelicht door mr. T. J. Jansen Schoonhoven en mr. B. J. Karsdorp, respectievelijk directie-secretaris en medewerker bij de Hoofd inspectie van de Centrale Bank. Vervolgens kwam aan de orde het bestuursbeleid in de praktijk. Van zelfsprekend werd dit onderwerp ingeleid door de rayoninspecteur uit het betrokken gebied. De mid dag stond wederom in het teken van een tweetal praktijkgevallen. Ook toen bleek, dat het veel in spanning vroeg tot een bevredigende behandeling in de beperkte tijd te kunnen komen. Het was verheugend te kunnen constateren, dat de deelnemers, weliswaar vermoeid, maar toch ook dankbaar terug zagen op deze beide dagen. wat volgt er nu? Zoals reeds eerder werd opgemerkt, moeten de conferentiedagen tot twee per jaar beperkt blijven. Zij, die de smaak te pakken hebben gekregen, vinden dit wat weinig, maar om tot een evenwich tige opbouw van de gehele cyclus te komen, is het noodzakelijk, dat op bescheiden schaal wordt voortgebouwd op de basis van het vorige jaar. En het volgende jaar zullen de deelnemers van nu in de gelegenheid worden gesteld opnieuw aan twee dagen deel te nemen. Zij, die het vorige seizoen deze eerste dagen reeds hebben meegemaakt, krijgen dit jaar de ge legenheid opnieuw twee dagen bij te wonen, maar daaraan kan wellicht in een volgend nummer enige aandacht worden geschonken. Traditiegetrouw heeft het Centraal Planbureau tegelijk met de verschijning van de Miljoenennota zijn macro-economische verkenning gepubliceerd. Deze heeft dit keer niet alleen betrekking op het komende jaar maar ook op de jaren 1970-1971. Voor de jaren 1968-1971 wordt een gemiddelde groei van de produktie aangenomen van ruim 5 per jaar. Het is de exploitatie van het aardgas welke aan één en ander een belangrijke bijdrage levert. Als gevolg van een concentratie van de produktie in de kapitaalintensieve bedrijfstakken en een hoog blijvend peil van de investeringen, zal de arbeidsproduktiviteit nog verder toenemen. De bedrijfsinvesteringen zullen als gevolg van een gunstiger winstontwikkeling verder doorzetten. Verder ligt een versnelling van de particuliere in vesteringen in het verschiet (woningbouw). De loonstijging van 1968 zal 6,5% belopen, tegen 8,5% gedurende 1967. Voor de eerstvol gende jaren wordt een even grote loonstijging aangenomen. Ondanks een gestegen arbeidsproduktiviteit wordt voor dit jaar een prijsstijging van 3 en voor 1969 van 4% verwacht. Hiervan wordt 1,3% veroorzaakt door de overgang op het B.T.W.- systeem. Rekeninghoudend met de prijs- en loon stijging en de voorgenomen verlaging van de di recte belastingen, wordt voor 1969 een toeneming van het consumptievolume van 3,5 verwacht, tegen 4% in 1968. Later in 1971 zou weer een hoger groeipercentage volgen, namelijk van 4,5 De uitvoer welke in 1968 met 11 toeneemt, zal in de latere jaren met 8 respectievelijk 7,5 toenemen. Onze concurrentiepositie zou voorals nog niet ongustig afsteken bij die van het buiten land. De loonexplosie in Frankrijk heeft deze situatie gunstig beïnvloed. Het overschot op de lopende rekening van de betalingsbalans van naar schatting rond 500 mil- 482

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1968 | | pagina 20