Wat betekent in de agenda: 26 september 1968: Schoonhoven 27 september 1968: 's-Gravenhage Op deze data is er een begin gemaakt met de tweede serie conferentiedagen voor leden van be stuur en raad van toezicht van de aangesloten ban ken. Om 10.00 uur precies op de 26ste september startte de groep Schoonhoven. De volgende dag maakte men in Den Haag een begin. wat wordt er geboden? De conferentiedagen werden geopend met een korte inleiding van de secretaris van het Instituut voor Landbouwcoöperatie in de provincies waarin de banken zijn gelegen. Voor deze beide dagen was het drs. J. Dijkgraaf, die als conferentieleider fungeerde en die de eerste inleiding verzorgde. De titel luidde: Geldwezen, bankwezen en de Neder- landsche Bank. Op dit brede terrein kwamen vele facetten aan de orde. In populaire bewoordingen werden de bestuurderen in contact gebracht met vaktermen zoals b.v. stabiel prijsniveau, optimale werkgelegenheid, evenwichtige betalingsbalans, economische groei, nationale spaarquote, wet Toe- Drs. J. Dijkgraaf, secretaris van het Coöp. Centrum voor Zuid-Westelijk Nederland, houdt zijn inleiding over het bankwezen. zicht Kredietwezen, monetair evenwicht, disconto- politiek, open markt politiek, verplichte kaspercen- tages, kwalitatieve en kwantitatieve kredietvoor schriften, geldcreatie, enz. Het laat zich begrijpen, dat het niet mogelijk was diepgaand op deze zaken in te gaan. De behandeling diende dan ook meer als een algemene terreinverkenning en een inlei ding op de behandeling van het tweede onderwerp: ,,De plaats en de werkwijze van de Nederlandse Raiffeisenorganisatie". Dit onderwerp werd uitvoerig behandeld door drs. D. Wind en drs. F. J. van Doorn, respectieve lijk hoofd en medewerker van de Economische- Statistische afdeling van de Centrale Bank. Geen wonder, dat na dit vele geestelijke voedsel er met graagte werd deelgenomen aan de koffietafel, welke in beide gevallen goed was verzorgd en blijkbaar veel inspiratie gaf voor het tweede deel van de dag. na de lunch Na de lunch gingen de bestuurders zich in een aantal groepen verdiepen in een praktijkgeval, dat moest worden uitgewerkt en waarover diverse vragen beantwoord moesten worden. Gezien de tijd, die er voor de uitwerking nodig was, kan worden geconstateerd, dat er meer dan voldoende punten in zaten voor een levendige discussie. In beide gevallen drong dan ook de tijd tot be perking van de gedachtenwisseling en tot een korte en zakelijke rapportering uit de diverse groe pen. Veel facetten kwamen naar voren en de per manente spanning tussen het bereiken van een goede rentabiliteit en het behoud van een vol doende liquiditeit heeft vele tongen in beweging gebracht. Jammer, dat ook hier de factor tijd in het geding was, want 5 uur is toch wel het uiterste 481

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1968 | | pagina 19