Indonesische stagiairs oprichting van een N.V. om crediteuren te ontgaan Het komt wel eens voor, dat iemand die veel schulden heeft, een naamloze vennootschap op richt, zijn bezittingen daarin inbrengt en nu hoopt op die manier zijn bedrijf voor uitwinning door zijn crediteuren te kunnen behoeden. Deze hoop zal echter niet in vervulling gaan, want op de hier boven onder 3 uiteengezette regel, dat iemands persoonlijke schuldeisers geen verhaal mogen nemen op een vermogen van de rechtspersoon waarin hij belanghebbende is, bestaan uitzonde ringen. Wij kennen daarbij in de eerste plaats de figuur, dat de vermogensbestanddelen, welke in de rechtspersoon (de naamloze vennootschap) inge bracht worden, tevoren door middel van hypotheek behoeve van een van de crediteuren verbonden wa ren. Het hypotheekrecht gaat door de inbreng in de naamloze vennootschap niet verloren, zodat de hypotheekhouder, ondanks de inbreng, zijn verhaal op het bezwaarde goed blijft houden. Maar zelfs als de goederen die iri de naam loze vennootschap ingebracht worden niet ten behoeve van persoonlijke crediteuren verbonden waren, kunnen deze soms nog iets ondernemen, als zij zich door de oprichting van de naamloze vennootschap en de inbreng van het bedrijf bena deeld achten. Men stelle zich voor, dat een hande laar bij zijn leveranciers schulden heeft die opge lopen zijn tot b.v. 15.000,Hij richt een naam loze vennootschap op en brengt daarin zijn bedrijf in, met uitzondering van zijn schulden. De schuld eisers (de leveranciers in ons voorbeeld) hebben nu in ieder geval verhaal op de persoonlijke bezit tingen van de handelaar. Er zijn echter gevallen waarin dit verhaalsrecht weinig oplevert. Dan heb ben de schuldeisers de leveranciers nog een ander middel. Zij mogen de inbreng voor nietig aanzien, daar deze is geschied ter verkorting van hun rechten. Slagen zij erin hun beweringen waar te maken, dan mogen zij tevens de ingebrachte goederen voor hun vorderingsrecht uitwinnen. De oprichting van de N.V. is daarmee echter niet ver vallen; door zodanige uitwinning blijkt alleen dat de aandeelhouder niet aan zijn inbreng- of stortings plicht heeft voldaan. Een procedure als hierboven werd omschreven, waarbij de persoonlijke schuldeisers van de aan deelhouder na de oprichting van de N.V. verhaal zoeken op het vermogen der N.V., is echter voor de schuldeisers niet eenvoudig, en dat zal wel de verklaring opleveren voor het verschijnsel dat zulke procedures weinig voorkomen. Er bestaat voor dit verschijnsel trouwens nog een andere verklaring: voor de oprichting van een naamloze vennootschap is het verlijden van een notariële akte noodzakelijk, en de notaris te wiens overstaan de akte gepas seerd moet worden, heeft mede tot taak er op toe te zien, dat er geen frauduleuze handelingen wor den verricht. Tot één van de projecten welke de Stichting 150 jaar Raiffeisen zal gaan realiseren, behoort het aan bieden van een stage aan een 4-tal personen uit Indonesië. Het betreft hier enkele Indonesiërs die door bemiddeling van de Indonesische Ambassade zullen worden aangezocht en een 10-tal maanden in onze organisatie zullen vertoeven. Het meren deel van hen heeft op enigerlei wijze iets te maken met het coöperatiewezen in hun land. De Raif- feisenorganisatie hoopt deze gasten voor enige tijd in haar gelederen op te nemen en ze in staat te stellen kennis te maken met het coöperatieve land bouwkredietwezen in Nederland. Het ligt in de be doeling de gasten in het begin van hun stage alge mene informaties te verschaffen. In een later sta dium zal het van belang zijn dat zij met het werk van onze plaatselijke banken kennis maken, zodat zij later gewapend met deze ervaringen in staat zullen zijn in hun land te werken aan de financie ring van het landbouwbedrijf. Zodra onze Indonesische gasten gearriveerd zijn, hopen wij hen in ons blad aan onze organisatie te kunnen voorstellen. 480

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1968 | | pagina 18