aan alle rechtspersonen gemeen zijn. Om te be ginnen moeten we echter vaststellen dat een rechtspersoon niet meer is dan een juridisch be grip; het is niet een einddoel in zichzelf. In elke rechtspersoon zijn mensen gerechtigd en geïnte resseerd en de rechtspersoonlijkheid is een mid del, om de verhoudingen tussen deze mensen in bepaalde banen te leiden. de wezenlijke eigenschappen van de rechtspersoon Wat maakt bij dit alles nu het wezenlijke van de rechtspersoon uit? Ik wil een aantal verschijnselen noemen die alle tezamen aan de rechtspersoon lijkheid verbonden zijn. 1. Een rechtspersoon kan eigenaar zijn van zekere goederen; haar eigendomsrecht staat los van dat van de mensen, die in het vermogen van de rechtspersoon gerechtigd zijn. Zo is de coöpe ratieve zuivelfabriek eigenaar van de fabrieks- en kantoorgebouwen; de leden van de coöpera tieve vereniging zijn weliswaar in het vermogen van de vereniging gerechtigd, doch zij zijn zelf geen eigenaar van fabrieks- en kantoorge bouwen, of van de andere bezittingen der ver eniging. 2. De rechtspersoon kan zelf schulden en andere verplichtingen aangaan, doch degenen die in haar vermogen gerechtigd zijn, kunnen voor de schulden niet aansprakelijk worden gesteld. Wordt bijvoorbeeld een naamloze vennoot schap aangeslagen in de vennootschapsbelas ting, dan kan de Ontvanger der belastingen van de aandeelhouders geen betaling van de aan slag eisen. Bij coöperatieve verenigingen is dat ook zo. Zelfs de aansprakelijkheidsregeling, die men mees tal bij coöperatieve verenigingen in de statuten aantreft, houdt niet een afwijking in. Deze regeling is immers altijd zo, dat de leden van de coöpera tieve vereniging aansprakelijk zijn voor een tekort bij vereffening, ofwel voor een tussentijds tekort. Dat betekent, dat de aansprakelijkheid van de leden niet rechtstreeks tegenover de schuldeisers be staat; iemand die een vordering op de coöperatieve vereniging heeft, kan alleen van de vereniging, en niet van de leden betaling verlangen. De leden van de coöperatieve vereniging zijn niet voor een bepaalde schuld aansprakelijk, maar voor het be drag dat de schulden der vereniging haar bezit tingen overtreffen, zulks met inachtneming van het in de statuten bepaalde. Volledigheidshalve zij hierbij aangetekend, dat in de statuten van de coöperatieve vereniging be paald kan worden dat de leden der vereniging rechtstreeks tegenover de schuldeiser der vereni ging aansprakelijk zijn. Een dergelijke statutaire bepaling komt echter nooit voor. Wij kunnen dus ervan uitgaan dat de statutaire aansprakelijkheid bij coöperatieve verenigingen in alle gevallen niets anders dan een aansprakelijk heid voor een saldo (schulden min bezittingen) is, en niet een aansprakelijkheid voor een bepaalde schuld. 3. Op het vermogen van de rechtspersoon kunnen de persoonlijke verbintenissen van degenen, die in haar vermogen gerechtigd zijn, niet wor den verhaald. Heeft bijvoorbeeld een bank een lening verstrekt aan iemand, die als aandeel houder gerechtigd is in het vermogen van een naamloze vennootschap, dan kan de bank wel de persoonlijke bezittingen van de aandeel houder uitwinnen, d.w.z. voor de aangegane schuld beslag op die bezittingen leggen, ten einde deze goederen voor de schuld te ver kopen en zich uit de opbrengst te voldoen; de bank kan zelfs het aandeel in de naamloze ven nootschap dat zij bij debiteur, die tevens aan deelhouder is, aantreft, op deze wijze te gelde maken, maar tegen het vermogen van de N.V. zelf zal de bank niets kunnen ondernemen. Dat geldt zelfs als de aandeelhouder de enige gerechtigde in de naamloze vennootschap is. Men komt immers vaak de figuur tegen dat het bedrijf van iemand in een naamloze vennootschap is aangebracht, dat alle aandelen hem toebehoren en dat hij er de enige directeur van is (éénmans-N.V.). Ook in een dergelijk geval hebben zijn persoon lijke crediteuren geen verhaal op de bezittingen van de naamloze vennootschap, doch alleen op zijn eigen goederen. 479

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1968 | | pagina 17